Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-01-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:24, 23/361 en 23/362

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-01-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:24, 23/361 en 23/362

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
8 januari 2025
Datum publicatie
27 maart 2025
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2025:24
Formele relaties
Zaaknummer
23/361 en 23/362
Relevante informatie
Art. 8 Wet Vpb 1969

Inhoudsindicatie

Vpb.

De door de inspecteur ontvangen informatie uit Hong Kong mag hij gebruiken. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat er daadwerkelijk sprake is van een bemiddelingsovereenkomst met een in Hong Kong gevestigde entiteit. De gestelde bemiddelingskosten kan belanghebbende niet ten laste van haar belastbare winst brengen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. In het kader van de opgelegde boetebeschikking is het hof van oordeel dat geen sprake is van een pleitbaar standpunt.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 23/361 en 23/362

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 23 januari 2023, nummers BRE 20/5094 en 20/5095 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

en

de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid),

hierna: de minister.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2011 opgelegd. Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht en bij beschikking een boete opgelegd.

1.1.2.

De inspecteur heeft voor het jaar 2012 een verliesbeschikking vastgesteld.

1.2.

Belanghebbende heeft tegen zowel de navorderingsaanslag, de beschikking heffingsrente en de boetebeschikking als tegen de verliesbeschikking bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur. Belanghebbende heeft tevens verzocht om een getuige via beeldschermverbinding te horen om de reden dat deze ‘niet in de gelegenheid is om op de zitting te verschijnen’. Aangezien zich in het dossier reeds een schriftelijke verklaring van deze persoon bevond, heeft het hof voorgesteld om deze getuige een aanvullende schriftelijke verklaring te laten afleggen. Deze aanvullende verklaring is door belanghebbende ingebracht en doorgestuurd naar de inspecteur.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 23 augustus 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

Op deze zitting zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld de onderhavige zaken en de zaken met nummers 23/243 tot en met 23/245 en 23/246 tot en met 23/248.

1.7.

Beide partijen hebben tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.

1.8.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is opgericht op [datum] 2001. Belanghebbende houdt zich bezig met de verkoop van ongevulkaniseerde rubberproducten en grondstoffen.

2.2.

[naam 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van belanghebbende. Zij is gehuwd met [naam 2] . Zij staan tezamen met hun zoon, [naam 3] , en dochter, [naam 4] , in dienstbetrekking tot belanghebbende.

2.3.

[naam 1] voert daarnaast sinds 2005 een eenmanszaak die handelt onder de naam ‘ [bedrijf 1] ’. [bedrijf 1] houdt zich bezig met de verkoop van rubberproducten waarvoor andere regulering van toepassing is dan de producten die belanghebbende verkoopt. De eenmanszaak heeft een vaste inrichting in Duitsland. [naam 2] voert daarnaast in Duitsland een eenmanszaak die handelt onder de naam ‘ [bedrijf 2] ’.

2.4.

Belanghebbende heeft haar aangiften vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) voor de jaren 2011 en 2012 ingediend naar een belastbare winst van respectievelijk € 90.329 en € 7.964. Bij het bepalen van de winst heeft belanghebbende voor het jaar 2011 € 235.000 en voor het jaar 2012 € 70.000 onder de noemer ‘bemiddelingskosten’ ten laste van de winst gebracht. De betreffende kosten zijn in rekening gebracht door [bedrijf 3] (thans genaamd [bedrijf 4] , hierna: [bedrijf 4] ) gevestigd in Hong Kong.

2.5.

De inspecteur heeft de definitieve aanslagen Vpb 2011 en 2012 vastgesteld conform de ingediende aangiften.

2.6.

De inspecteur heeft bij brief van 27 juni 2013 aangekondigd een boekenonderzoek bij belanghebbende in te stellen naar de aanvaardbaarheid van de aangiften Vpb 2010 en 2011 en de aangiften omzetbelasting en loonheffingen over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011. Dit onderzoek is later uitgebreid naar de jaren 2012 tot en met 2014. Ook de aangiften IB/PVV van [naam 1] en [naam 2] zijn bij het onderzoek betrokken. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in het controlerapport van 8 augustus 2017.

2.7.

De inspecteur heeft bij brief van 21 november 2013 tevens aangekondigd een boekenonderzoek bij [bedrijf 1] in te stellen in relatie tot de aangiften IB/PVV 2010 tot en met 2013 van [naam 1] . Omdat de resultaten uit deze onderneming in Duitsland worden belast, is er geen controlerapport opgemaakt.

2.8.

Tot de door de inspecteur in het kader van het boekenonderzoek ten aanzien van belanghebbende verkregen informatie behoort een door haar met [bedrijf 4] gesloten ‘Business Providing Agreement’ (de overeenkomst) en een aantal facturen.

2.9.

De overeenkomst is getekend op 31 maart 2010 door [naam 5] en namens belanghebbende door [naam 1] . In de overeenkomst is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

§ 1 Terms of Agreement

1. The client hereby grants the contractor the assignment to support him with the

following decisions/intentions:

- Development of the Asian market for unvulcanized rubber (raw) materials, unvulcanized rubber waste streams are excluded.

2. Parts of this contract are:

- The attached performance list (…)

§ 2 Performance of the contractor

To fulfill the tasks mentioned in § 1, the contractor will provide in particular:

- The ongoing servicing of intermediated customers

§ 3 Compensation

The contractor will receive from client a total flat-rate fee of 235.000,- euro (two-three-five-zero-zero-zero euro) for the year 2011 which includes travel expenses, and all other expenses that are incurred by the contractor.

- The compensation fee is due upon completion of the assignment, on demand by the contractor.

§ 4 Time and place of performance

1. The contractor independently determines his time and place of performance.

2. The contractor shall inform the client on a regular basis, i.e. phone, Skype etc.”

2.10.

De ‘performance list’ als bedoeld in paragraaf 1, lid 2, van de overeenkomst luidt – voor zover hier van belang – als volgt:

“The contractor will provide all, but not limited to, the services listed hereafter:

- Acquisition of orders

- Price negotiations

- Visit trade fairs and exhibitions to acquire information about new (market)developments

- Complete all required formalities etcetera

- Obtain all required governmental permits etcetera

- Profound commercial relationships with existing clients and servicing clients

- All other activities that are necessary to maintain a mutually beneficial business relationship, even if this is not explicitly mentioned.”

2.11.

De facturen vermelden de volgende gegevens:

- op de factuur met datum 30 juni 2011 (invoice no: 110602):

“According our business providing agreement dated 11-12-2010.

First part of flat-rate fee 2011 € 115.000.”

- op de factuur met datum 31 december 2011 (invoice no: 111202):

“According our business providing agreement dated 11-12-2010.

Second part of flat-rate fee 2011 € 120.000.”

- op de factuur met datum 30 april 2012 (invoice no: 110401):

“According our business providing agreement dated 31-03-2010.

Flat-rate fee 2012 € 70.000.”

2.12.

Uit de administratie van belanghebbende volgt dat op 24 augustus 2012 een bedrag van € 64.000 is betaald aan [bedrijf 4] .

2.13.

Bij brief van 14 mei 2014 heeft [bedrijf 5] (hierna: [bedrijf 5] ), namens de inspecteur, met verwijzing naar artikel 25 van het belastingverdrag tussen Nederland en Hong Kong1 informatie opgevraagd over [bedrijf 4] .

2.14.

De belastingdienst van Hong Kong heeft op 24 maart 2015 informatie verstrekt. Uit deze informatie volgt dat [bedrijf 4] op 24 maart 2010 is opgericht door:

“ [adres 1]

("For and on behalf of": [bedrijf 6] )”

De bestuurders en aandeelhouder van [bedrijf 4] in de periode 24 maart 2012 tot en met 2014 zijn volgens de verstrekte informatie:

Name Address

Director: [naam 5] [adres 2]

Shareholder: [bedrijf 7]

De bestuurders en aandeelhouders van [bedrijf 7] zijn tot en met 6 december 2013:

Name Address

Directors: [adres 4]

Shareholder: [adres 5]

2.15.

Naast bovenstaande informatie zijn ook de aangiften winstbelasting 2011/2012 en 2012/2013 en de jaarstukken van [bedrijf 4] van de gebroken boekjaren 24 maart 2010 tot en met 31 maart 2012 en 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013 door de belastingdienst van Hong Kong verstrekt.

2.16.

De inspecteur heeft zich naar aanleiding van zijn bevindingen in het controlerapport van 8 augustus 2017 op het volgende standpunt gesteld:

“de genoemde bestuurders en aandeelhouders van [bedrijf 4] /RRC vallen in de categorie "nominees", ze besturen/houden vermoedelijk nog andere rechtspersonen (trustkantoor).”

2.17.

Uit de jaarrekeningen van [bedrijf 4] over de boekjaren die eindigen op 31 maart 2013 en 31 maart 2012 blijken de volgende opbrengsten (+) kosten (-):

2.18.

Belanghebbende heeft op 4 januari 2010 een ‘Geschäftsbesorgungsvertrag’ gesloten met [bedrijf 1] .

2.19.

De inspecteur heeft in het controlerapport de belastbare winst van belanghebbende voor de jaren 2011 en 2012 als volgt gecorrigeerd.

Berekening belastbare winst 2011

Belastbare winst volgens aangifte Vpb € 90.329

Bij: minder bemiddelingskosten buitenland € 235.000

Gecorrigeerde belastbare winst 2011 € 325.329

Berekening belastbare winst 2012

Belastbare winst volgens aangifte Vpb € 7.964

Bij: minder bemiddelingskosten buitenland € 70.000

Af: meer loonkosten € 106.700 -/-

Gecorrigeerde belastbare winst 2012 € 28.736 -/-

2.20.

Aan belanghebbende zijn vervolgens de onderhavige navorderingsaanslag, rente- en boetebeschikking voor het jaar 2011 opgelegd en is een verliesbeschikking voor het jaar 2012 vastgesteld naar de onder 2.19 vermelde bedragen.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Heeft de inspecteur in strijd met de bepalingen uit het belastingverdrag met Hong Kong informatie verzocht over de jaren 2010 en 2011 en dient de verkregen informatie uitgesloten te worden van het bewijs?

2. Heeft belanghebbende recht op aftrek van de bemiddelingskosten die zijn gefactureerd door [bedrijf 4] ?

3. Heeft de inspecteur vertrouwen gewekt dat een onjuiste verwijzing naar een overeenkomst op facturen, niet aan aftrek in de weg staat?

4. Is de vergrijpboete voor het jaar 2011 ten onrechte opgelegd, omdat belanghebbende een pleitbaar standpunt heeft ingenomen?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en vernietiging van de navorderingsaanslag Vpb 2011 en de daarbij behorende heffingsrente- en boetebeschikking en tot wijziging van de verliesbeschikking. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing