Hoge Raad, 13-07-2010, BM0930, 08/04190
Hoge Raad, 13-07-2010, BM0930, 08/04190
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juli 2010
- Datum publicatie
- 13 juli 2010
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2010:BM0930
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM0930
- Zaaknummer
- 08/04190
Inhoudsindicatie
Uitspraak
13 juli 2010
Strafkamer
nr. 08/04190
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 28 maart 2008, nummer 23/003440-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. B.P. de Boer en mr. A.J. van der Velden, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. Mr. B.P. de Boer, voornoemd, heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof in strijd met art. 353, eerste lid, Sv geen beslissing heeft genomen ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen.
2.2. Art. 353, eerste lid, Sv luidt:
"In het geval van toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, van oplegging van straf of maatregel, van vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging neemt de rechtbank een beslissing over de met toepassing van artikel 94 inbeslaggenomen voorwerpen ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven. Deze beslissing laat ieders rechten ten aanzien van het voorwerp onverlet."
2.3. Bij de stukken van het geding bevindt zich de ter terechtzitting in hoger beroep gedane vordering van de Advocaat-Generaal bij het Hof, inhoudende voor zover hier van belang:
"dat het (de) inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp(en) zal (zullen) worden verbeurdverklaard: telefoons, geld en handschoenenteruggegeven aan s.o.: samsung telefoon."
2.4. De bestreden uitspraak houdt in strijd met art. 353, eerste lid, Sv geen beslissing in ten aanzien van deze inbeslaggenomen goederen. Het middel klaagt hierover terecht.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover daarin geen beslissing is genomen ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen alsmede wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 13 juli 2010.