Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:277, 15/03855
Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:277, 15/03855
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 februari 2017
- Datum publicatie
- 17 februari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:277
- Formele relaties
- Herstelde arrest: ECLI:NL:HR:2017:143
- Zaaknummer
- 15/03855
Inhoudsindicatie
Onbevoegde vertegenwoordiging. Herstelarrest met betrekking tot HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:143.
Uitspraak
17 februari 2017
Eerste Kamer
15/03855
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. van der Beek,
t e g e n
AVENTURA REAL ESTATE N.V.,
gevestigd te Aruba,
VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. P. Kuipers.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en Aventura.
1 Het arrest in dit geding
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 3 februari 2017 een arrest uitgesproken. Dit arrest wijkt af van de in raadkamer vastgestelde versie daarvan. In rov. 4.2.3
van het uitgesproken arrest is het begin van de tweede volzin onvolledig weergegeven. Voorts staat in de slotzin van rov. 4.3 ‘geen omstandigheden’, terwijl in de vastgestelde versie staat: ‘geen feiten of omstandigheden’.
De Hoge Raad zal deze misslagen herstellen.
De desbetreffende overwegingen dienen als volgt te worden gelezen:
“4.2.3 Dit risicobeginsel gaat niet zo ver dat voor toepassing daarvan ook ruimte is in gevallen waarin het tegenover de wederpartij gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van de onbevoegd handelende persoon. Uit het arrest ING/Bera volgt dat de rechter in zijn uitspraak mede feiten of omstandigheden dient vast te stellen die de onbevoegd vertegenwoordigde betreffen en die rechtvaardigen dat laatstgenoemde in zijn verhouding tot de wederpartij het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging draagt.
Tegen deze achtergrond treffen de onderdelen 1.1 en 1.2 doel. Het hof heeft in rov. 2.4, eerste alinea, van zijn eindvonnis [verzoeker] gebonden geacht aan de door mr. Kloes in zijn naam ondertekende schikkingsovereenkomst en akte van aandelenoverdracht op de grond dat mr. Kloes zich jegens Aventura heeft gepresenteerd als de advocaat van [verzoeker], die gemachtigd was om namens [verzoeker] akkoord te gaan met de inhoud van beide akten en beide akten te ondertekenen, en dat er geen bewijsmiddelen zijn die erop wijzen dat Aventura niet is afgegaan en/of niet heeft mogen afgaan op die wijze van presentatie. Het hof heeft aldus geen feiten of omstandigheden vastgesteld als hiervoor in 4.2.3, laatste zin, bedoeld.”
2 Beslissing
De Hoge Raad:
verbetert bovenvermelde fouten in het op 3 februari 2017 in deze zaak uitgesproken arrest;
stelt deze verbetering op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president E.J. Numann op 17 februari 2017.