Home

Hoge Raad, 02-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1797, 21/04881

Hoge Raad, 02-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1797, 21/04881

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 december 2022
Datum publicatie
2 december 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1797
Formele relaties
Zaaknummer
21/04881

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie ongegrond, zie ECLI:NL:HR:2022:1707.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/04881

Datum 2 december 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 oktober 2021, nr. 20/008311, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 20/1298) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2017 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door N. van den Hoek, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 21/04880 (ECLI:NL:HR:2022:1707), waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing