Home

Hoge Raad, 17-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:256, 22/01652

Hoge Raad, 17-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:256, 22/01652

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 februari 2023
Datum publicatie
17 februari 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:256
Formele relaties
Zaaknummer
22/01652

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/01652

Datum 17 februari 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door A.M.H. Hogervorst,

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BERGEN,

vertegenwoordigd door [P],

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 maart 2022, nr. 20/007791, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 19/4107) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken van de gemeente Bergen voor het jaar 2018 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.A.J. Lafleur, en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023.