Home

Hoge Raad, 02-05-2025, ECLI:NL:HR:2025:707, 25/00208

Hoge Raad, 02-05-2025, ECLI:NL:HR:2025:707, 25/00208

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 mei 2025
Datum publicatie
2 mei 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:707
Formele relaties
Zaaknummer
25/00208

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 25/00208

Datum 2 mei 2025

ARREST

op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 10 december 2024, nr. BK-23/11591.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 28 januari 2025 in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na dagtekening van deze brief te herstellen. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie.

De griffier heeft de in de brief van 28 januari 2025 gestelde termijn, na een van belanghebbende ontvangen gemotiveerd verzoek om uitstel, nader vastgesteld op 25 maart 2025. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2025.