Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 12-02-2020, ECLI:NL:OGHACMB:2020:16, AUA201903184
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 12-02-2020, ECLI:NL:OGHACMB:2020:16, AUA201903184
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 12 februari 2020
- Datum publicatie
- 17 februari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2020:41
- Zaaknummer
- AUA201903184
Inhoudsindicatie
Belanghebbende woont in Aruba en geniet uit Nederland een ABP-pensioen en lijfrente-uitkeringen. Belastingheffing over de lijfrente-uitkeringen is op grond van art. 20 BRK ter heffing toegewezen aan woonland Aruba, terwijl het APB-pensioen op grond van art. 17 BRK aan Nederland is toegewezen. Aruba dient daarom een belastingvermindering te verlenen ter zake van het ABP-pensioen.
Uitspraak
Uitspraak van 12 februari 2020
BBZ nr. AUA201903184
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.
1 PROCESVERLOOP
Aan belanghebbende is met dagtekening 31 januari 2019 een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2014 opgelegd naar een belastbaar inkomen van Afl. 86.315, resulterend in een verschuldigd belastingbedrag van Afl.1.126.
Belanghebbende heeft op 7 januari 2019 bezwaar gemaakt tegen de aanslag.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 augustus 2019 de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende heeft op 17 september 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Hierbij is een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
De Inspecteur heeft op 23 oktober 2019 een verweerschrift ingediend.
Op verzoek van het Gerecht heeft de Inspecteur op 8 januari 2020 een nader stuk ingediend.
De Inspecteur heeft op 8 januari 2020 ambtshalve de aanslag verminderd tot een bedrag van Afl. 1.071.
De zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020 te Oranjestad. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [de Inspecteur].
2 FEITEN
Belanghebbende is geboren op [geboortedatum]. In het onderhavige jaar 2014 is belanghebbende ingezetene van Aruba.
Belanghebbende heeft in het verleden bij Goudse Levensverzekeringen NV in Nederland een lijfrenteverzekering aangekocht. De uitkering vindt plaats tijdens een vooraf overeengekomen termijn en is aangevangen in 2011.
Belanghebbende heeft in 2014 uit Nederland een ABP-pensioen en voornoemde lijfrente-uitkering genoten. Uit Curaçao heeft belanghebbende een AOV-uitkering genoten. De echtgenote van belanghebbende heeft uit Nederland een AOW-uitkering genoten en uit Curaçao een AOV-uitkering.
Bij het vaststellen van de aanslag heeft de Inspecteur het belastbaar (wereld)inkomen als volgt berekend:
-Pensioen ABP Nederland (32.848 euro) Afl. 78.461
-Lijfrente-uitkering Goudse (6.372 euro) 9.458
-AOV-uitkering Curaçao 774
-kosten -/- 2.310
86.383
-AOW-uitkering Nederland echtgenote 2.037
-AOV-uitkering Curaçao echtgenote 1.176
-kosten -/- 157
3.056
-persoonlijke lasten -/- 681
-ouderenaftrek -/- 2.443
Belastbaar (wereld)inkomen 86.315
De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag inkomstenbelasting aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend ter zake van het ABP-pensioen. De daarvoor gemaakte berekening is evenwel onjuist gebleken. Daarom heeft de Inspecteur nadien ambtshalve de aanslag verminderd tot een bedrag van Afl.1.071.
3 GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
In geschil is of de Inspecteur de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting juist heeft berekend. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.
Verder betoogt belanghebbende dat de Inspecteur hem ten onrechte niet heeft gehoord in de bezwaarfase.
Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslag. De Inspecteur concludeert tot handhaving van de aanslag zoals deze ambtshalve door hem is verminderd.