Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 20-12-2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:287, CUR201803590, CUR201803591, CUR201804039 t/m CUR201804042 en CUR201804434

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 20-12-2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:287, CUR201803590, CUR201803591, CUR201804039 t/m CUR201804042 en CUR201804434

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
20 december 2019
Datum publicatie
24 december 2019
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2019:287
Zaaknummer
CUR201803590, CUR201803591, CUR201804039 t/m CUR201804042 en CUR201804434

Inhoudsindicatie

In artikel 15, lid 3 van de Landsverordening beroep in belastingzaken (LBB) is bepaald dat in geval van intrekking van het beroep, omdat de Inspecteur, zoals in onderhavig geval, geheel of gedeeltelijk aan de belanghebbende is tegemoetgekomen, de Inspecteur op verzoek van de belanghebbende bij afzonderlijke uitspraak in de kosten kan worden veroordeeld.

Het Gerecht veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende en draagt de Inspecteur tevens op het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden, aangezien het Gerecht van oordeel is dat een redelijke wetstoepassing meebrengt dat ook in het geval dat het beroep is ingetrokken omdat de Inspecteur is tegemoetgekomen aan belanghebbende, de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt.

Uitspraak

Uitspraak van 18 december 2019

BBZ nrs. CUR201803590, CUR201803591, CUR201804039 t/m CUR201804042 en CUR201804434

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

UITSPRAAK

op het beroep in de zin van de

Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:

X LIMITED, gevestigd te Curaçao,

belanghebbende,

gericht tegen:

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,

de Inspecteur.

1 PROCESVERLOOP

1.1

Aan belanghebbende zijn ter zake van de onroerende zaak W, plaatselijk bekend als Y Resort (hierna: de onroerende zaak), onderstaande (voorlopige) aanslagen grondbelasting (GB) en onroerendezaakbelasting (OZB) voor de jaren 2011 tot en met 2017 opgelegd.

Dagtekening

Waarde

Belasting

GB 2011

24 augustus 2011

23.906.670

71.720 (0,3%)

GB 2012

20 september 2012

23.906.670

71.720

GB 2013

12 september 2013

23.906.670

71.720

OZB 2014

17 oktober 2014

20.788.400

122.328

OZB 2015

18 mei 2015

20.788.400

122.328

OZB 2016

17 juni 2016

20.788.400

122.328

OZB 2017

30 augustus 2017

20.788.400

122.328

1.2

Belanghebbende heeft op 26 juni 2018 tegen deze (voorlopige) aanslagen bezwaar gemaakt.

1.3

Namens belanghebbende heeft advocaat mr. A op 22 oktober 2018 beroep ingesteld. Daarbij heeft belanghebbende een taxatierapport meegestuurd. Belanghebbende heeft een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.

1.4

Partijen zijn op 30 oktober 2019 uitgenodigd voor de zitting op 11 december 2019.

1.5

De Inspecteur heeft op 6 december 2019 per e-mail de Griffie medegedeeld dat de (voorlopige) aanslagen zijn verminderd conform de getaxeerde waarde.

1.6

Belanghebbende heeft bij e-mailbericht van 10 december 2019 het beroep ingetrokken. Tegelijk met deze intrekking is verzocht om een vergoeding van de proceskosten.

2 OVERWEGINGEN

2.1

Ingevolge artikel 7a, letter d, Landsverordening beroep in belastingzaken (hierna: LBB) kan het Gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk gegrond is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.

2.2

Belanghebbende heeft het beroep ingetrokken omdat de Inspecteur aan haar bezwaren is tegemoetgekomen. Tegelijk met de intrekking heeft belanghebbende verzocht om een proceskostenvergoeding.

2.3

In artikel 15, lid 3, LBB is bepaald dat in geval van intrekking van het beroep, omdat de Inspecteur geheel of gedeeltelijk aan de belanghebbende is tegemoetgekomen, de Inspecteur op verzoek van de belanghebbende bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 15, lid 1, LBB in de kosten kan worden veroordeeld. Dit betreft de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.

2.4

In artikel 15, lid 2, LBB is bepaald dat de regels over de (hoogte van de) proceskostenvergoeding bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden vastgesteld. Dat is nog niet gebeurd.

2.5

Het Gerecht zal daarom aansluiten bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, PB 2001, no. 127 (vgl. GHvJ 21 juni 2017, nr. CUR2016H00008, ECLI:NL:OGHACMB: 2017:54). In artikel 1 van dit Besluit zijn de kosten vermeld die voor vergoeding in aanmerking komen, waaronder de kosten van door een derde beroepsmatig verleende bijstand. Deze kosten kunnen voor wat betreft de beroepsprocedure worden berekend op NAf 700 (1 punt voor beroepschrift, waarde per punt NAf 700, wegingsfactor 1).

2.6

In artikel 18, lid 5, LBB is bepaald dat, indien het Gerecht het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, de uitspraak tevens inhoudt dat de Inspecteur het griffierecht aan belanghebbende vergoedt. In dit geval is het beroep ingetrokken omdat de Inspecteur is tegemoetgekomen aan belanghebbende. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat ook dan de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt (vgl. GEA Curaçao 24 juli 2017, nr. CUR201600238, ECLI:NL:OGEAC:2017:96).

3 DE BESLISSING

Het Gerecht:

- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van NAf 700; en

- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 150 te vergoeden.

Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 18 december 2019, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.

De griffier, De rechter,

Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.

HOGER BEROEP

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen twee maanden na de verzenddatum hoger beroep instellen bij:

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)

Wilhelminaplein 4

Willemstad

Curaçao

U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:

1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;

2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:

a. de naam en het adres van de indiener,

b. de dagtekening,

c. waartegen u in beroep komt,

d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).

Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie: belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.

Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:

-natuurlijke personen: NAf. 200

-personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500