Home

Rechtbank Den Haag, 31-07-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:9200, SGR-17_8663, SGR-17_8665, SGR-18_405, SGR-18_630 en SGR-18_631

Rechtbank Den Haag, 31-07-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:9200, SGR-17_8663, SGR-17_8665, SGR-18_405, SGR-18_630 en SGR-18_631

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
31 juli 2018
Datum publicatie
17 augustus 2018
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2018:9200
Formele relaties
Zaaknummer
SGR-17_8663, SGR-17_8665, SGR-18_405, SGR-18_630 en SGR-18_631

Inhoudsindicatie

Op initiatief van de vader van eiser is naar Liechtensteins recht een Stiftung opgericht. De vader heeft daarin zijn vermogen ingebracht. Eiser heeft in de onderhavige jaren als begunstigde jaarlijks uitkeringen van de Stiftung ontvangen. Daarnaast heeft eiser in het jaar 2013 een additioneel bedrag van de Stiftung ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank is dat bedrag door verweerder terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden in de jaren 2011 tot en met 2013, zijnde de jaren waarin de werkzaamheden door eiser zijn verricht. Nu aan de voorwaarden van artikel 2.14a van de Wet IB 2001 is voldaan, is de rechtbank verder van oordeel dat verweerder het vermogen van de Stiftung terecht als een APV heeft aangemerkt. Verweerder heeft het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van eiser in het jaar 2013 dan ook terecht verhoogd. Het beroep van eiser op de tegenbewijsregeling van artikel 2.14a, zesde lid, van de Wet IB 2001 slaagt niet en van strijdigheid met artikel 1 van het EP is niet gebleken. De rechtbank acht niet aannemelijk dat de belastingheffing leidt tot een individuele en buitensporige last. Van een als strijdig met de vrijheid van vestiging of de vrijheid van kapitaalverkeer aan te merken belemmering, is evenmin sprake. Verweerder heeft voorts aannemelijk gemaakt dat eiser niet de vereiste aangifte heeft gedaan, zodat sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast. Wel wordt de aan eiser opgelegde aanslag IB/PVV 2013 verminderd, omdat verweerder geen redelijke schatting van het inkomen van eiser heeft gemaakt. Het door verweerder gedane beroep op interne compensatie faalt.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummers: SGR 17/8663, SGR 17/8665, SGR 18/405, SGR 18/630 en SGR 18/631

(gemachtigde: mr. J. Kastelein),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser voor de jaren 2011, 2012 en 2013 aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zwv) opgelegd. Daarbij is heffingsrente en belastingrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 13 november 2017 en 19 december 2017 de bezwaren afgewezen.

Eiser heeft daartegen beroepen ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 mei 2018.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en mr. M.A.W.M. Wesselink. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.J.M. Snieders, mr. R.J. Roerink, mr. M. Özdemir en [persoon X] .

Ter zitting heeft tevens de mondelinge behandeling plaatsgevonden van de beroepen van

[eiseres] , zaaknummer SGR 18/401, [eiseres] , zaaknummer

SGR 18/396, [eiseres] , zaaknummer SGR 18/404, [eiser] , zaaknummer

SGR 18/398, [eiseres] , zaaknummer SGR 18/402 en [eiser] , zaaknummer SGR 18/393. Al hetgeen in die zaken is aangevoerd en overgelegd wordt ook geacht te zijn aangevoerd en overgelegd in de onderhavige zaken.

Overwegingen

Feiten

1. De ouders van eiser, [ouder] en [ouder] (de ouders), zijn in 1996 geëmigreerd naar Zwitserland. Op initiatief van de vader van eiser (de vader) is in 2007 een Stiftung opgericht naar Liechtensteins recht: [stiftung] (de Stiftung).

2. De vader heeft zijn aandelen in [B.V. 1] ( [B.V. 1] ) ingebracht in de Stiftung. [B.V. 1] is enig aandeelhouder van [B.V. 2] en [B.V. 3] houdt vervolgens weer alle aandelen in [B.V. 4] ( [B.V. 4] ). Naast de aandelen in [B.V. 1] heeft de vader een beleggingsportefeuille ingebracht die in Nederland wordt beheerd door [B.V. 6] te [plaats ] en een bankrekening die wordt aangehouden bij de Centrum Bank in [plaats ] .

3. In de op 18 januari 2007 vastgestelde Statuten der Fenster [stiftung] (de statuten) is onder meer het volgende opgenomen:

Ҥ 2DauerDie Stiftung ist auf Dauer errichtet.

(…)

§ 3ZweckZweck der Stiftung ist1) die Bestreitung der Kosten a) der Erziehung und Bildung b) der Ausstattung und Unterstützung c) des Lebensunterhaltes im allgemeinen2) die wirtschaftliche Förderung im weitesten Sinnevon Angehörigen bestimmter Familien sowie die Verfolgung ähnlicher Zwecke.

§ 12KontrollstelleDer Stiftungsrat ist befugt, eine anerkannte Kontrollstelle zu bestellen. Die Kontrollstelle hat dem Stiftungsrat über das Ergebnis ihrer Prüfung einen detaillierten Bericht mit Antrag zu erstatten. Ausserdem hat die Kontrollstelle die Einhaltung der Bestimmungen der Statuten und allfälliger Beistatuten zu überwachen.(…)”

Beslissing

Rechtsmiddel