Rechtbank Den Haag, 12-03-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:23446, 22_6415 22_6414 22_6233 22_6236 22_6234 23_5 23_2546 23_2548
Rechtbank Den Haag, 12-03-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:23446, 22_6415 22_6414 22_6233 22_6236 22_6234 23_5 23_2546 23_2548
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 12 maart 2024
- Datum publicatie
- 7 mei 2025
- Zaaknummer
- 22_6415 22_6414 22_6233 22_6236 22_6234 23_5 23_2546 23_2548
- Relevante informatie
- Art. 2.14a Wet IB 2001, Art. 16 AWR, Art. 67e AWR
Inhoudsindicatie
Navorderingsaanslagen IB/PVV trustvermogen. Ten aanzien van aanslagen is het beroep ongegrond en ten aanzien van vergrijpboeten gegrond en zijn de boeteschikkingen vernietigd.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummers: SGR 22/6415, SGR 22/6414, SGR 22/6233, SGR 22/6236, SGR 22/6234, SGR 23/5, SGR 23/2546 en SGR 23/2548
(gemachtigde: J. de Roon),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor de jaren 2012 tot en met 2017 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) (de navorderingsaanslagen) opgelegd. Daarbij zijn tevens vergrijpboeten opgelegd en is belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft aan eiseres voor de jaren 2018 en 2019 aanslagen IB/PVV (de aanslagen) opgelegd. Daarbij is ook belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar de navorderingsaanslagen, de aanslagen, de vergrijpboeten en de belastingrente verminderd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Vóór de zitting heeft eiseres een nader stuk ingediend en verweerder een pleitnota.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 januari 2024.
Namens eiseres is de gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] Msc, mr. [naam 2] en mr. [naam 3] .
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is geboren in Engeland en sinds 1977 woonachtig in Nederland.
2. De vader van eiseres (vader) was woonachtig in Engeland en is op [datum] 2005 overleden. In het testament van vader staat, voor zover hier van belang:
“1.EXECUTORS
The executors and first trustees of my will shall be my wife (…) and my son (…).
(…)
4. NIL RATE BAND DISCRETIONARY TRUST
If my wife survives me by 30 days then and only then I GIVE to my executors such a sum as shall represent the remainder of the nil rate band for inheritance tax purposes available to my estate of my death (“the Trust Fund”) on the following trusts:-
to apply the capital for the benefit of such of my wife children and grandchildren as my executors think fit
to apply income for the benefit of such of my wife children and grandchildren as my executors think for or for not more than 21 years from my death to accumulate all or any part of it
to terminate the trust forthwith 79 years from the date of my death
And in fulfilling such trusts I wish my executors to regard my wife as having the greatest claim on the Trust Fund during her lifetime without diminishing my executors absolute discretion (…)”.
3. Na het overlijden van vader is ingevolge het testament een trust (de trust) opgericht. De moeder van eiseres (moeder) en de broer van eiseres (broer) zijn als trustees aangewezen (de trustees). Eiseres heeft ingevolge het testament in 2005 £ 2.000 ontvangen.
4. In 2012 besloten de trustees een deel van het trustvermogen te gaan uitkeren aan eiseres en haar broer. Eiseres heeft zodoende de volgende uitkeringen ontvangen: £ 6.421 in 2012/2013; £ 3.735 in 2013/2014; £ 1.718 in 2014/2015; en £ 5.475 in 2016/2017. Over deze uitkeringen heeft eiseres in Engeland belasting betaald.
5. Moeder is op 5 februari 2015 overleden. De verdeling van de erfenis van moeder is op 4 mei 2016 afgewikkeld. Eiseres heeft uit de erfenis van moeder een bedrag ontvangen van £ 255.016,84 (€ 346.067). Dit bedrag is gestort in een beleggingsportefeuille bij [bedrijfsnaam] Ltd. (de beleggingsportefeuille). Eiseres heeft de beleggingsportefeuille niet in haar aangiften IB/PVV opgegeven.
6. Op 3 maart 2019 is de trust ontbonden. Eiseres heeft toen een bedrag ontvangen van £ 243.564 (€ 292.052) (de uitkering). Het trustvermogen en de uitkering heeft eiseres niet in haar aangiften IB/PVV opgegeven.
7. In de aangiften over de jaren 2012 tot en met 2017 heeft eiseres drie Engelse bankrekeningen en een Franse bankrekening vermeld, in de aangiften over 2018 en 2019 heeft zij drie Engelse bankrekeningen vermeld en in de aangiften 2012 tot en met 2015 is ook een tweede woning in Frankrijk vermeld.
8. De primitieve aanslagen IB/PVV 2012 tot en met 2017 zijn overeenkomstig de ingediende aangiften opgelegd.
9. Naar aanleiding van een ontvangen renseignement op 21 juli 2018 van een rekening van eiseres bij [bedrijfsnaam] Ltd. heeft verweerder eiseres per brief van 13 juli 2020 verzocht een ‘Verklaring vermogen in het buitenland’ ingevuld terug te sturen. Eiseres heeft in deze verklaring, ondertekend op 30 juli 2020, kenbaar gemaakt begunstigde te zijn van de trust en te beschikken over de beleggingsportefeuille. Daarbij heeft zij ook het testament van de vader, de aangiften voor de Engelse inkomstenbelasting, overzichten van de beleggingsportefeuille en twee verklaringen van de broer overgelegd.
10. Verweerder heeft met dagtekening 2 februari 2021 een kennisgeving voor het opleggen van de navorderingsaanslagen en de aanslagen naar eiseres gestuurd. Verweerder gaf te kennen het vermogen van de trust op grond van artikel 2.14a van de Wet IB 2001 deels aan eiseres te zullen toerekenen, te weten voor een derde voor de jaren 2012 tot en met 2015 en voor de helft voor de jaren 2016 tot en met 2019. Verder kondigde verweerder aan de beleggingsportefeuille in de heffing te betrekken voor de jaren 2016 tot en met 2019. Daarnaast zijn de vergrijpboeten voor de jaren 2012 tot en met 2017 aangekondigd.
11. Met dagtekeningen 3 mei 2021, 4 mei 2021, 12 mei 2021 en 28 augustus 2021 zijn de navorderingsaanslagen voor 2012 tot en met 2017 aan eiseres opgelegd. Voor de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015 is daarin de grondslag voor het box 3-inkomen – voor zover nog in geschil – gecorrigeerd met € 292.052 (2012), € 298.562 (2013), € 291.828 (2014) en € 312.358 (2015). Voor 2016 is de grondslag voor het box 3-inkomen gecorrigeerd met € 676.593 en voor 2017 met € 615.055. Daarnaast zijn voor de jaren 2012 tot en met 2017 vergrijpboeten opgelegd van respectievelijk € 2.402, € 2.250, € 2.200, € 2.333, € 2.419 en 2.383 en is belastingrente in rekening gebracht van achtereenvolgens € 1.199, € 1.002, € 832, € 727, € 1.861 en € 1.378.
12. De aanslagen zijn aan eiseres opgelegd met dagtekening 18 mei 2021 en 22 mei 2021. In afwijking van de ingediende aangiften IB/PVV is voor het jaar 2018 een bedrag van € 604.238 als grondslag voor het box 3-inkomen in aanmerking genomen en voor 2019 een bedrag van € 548.429. Daarnaast is belastingrente in rekening gebracht van € 211 (2018) en € 362 (2019).
13. Bij uitspraken op bezwaar zijn de bezwaren deels gegrond verklaard. De vergrijpboeten voor de jaren 2012 tot en met 2017 zijn verminderd tot respectievelijk € 2.304, € 2.149, € 2.101, € 2.249, € 2.419 en € 2.383 en de in rekening gebrachte belastingrente is voor de jaren 2012 tot en met 2019 verminderd tot achtereenvolgens € 1.149, € 956, € 795, € 701, € 1.226, € 917, € 150 en € 245.