Home

Rechtbank Gelderland, 08-06-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2874, AWB - 21 _ 2272

Rechtbank Gelderland, 08-06-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2874, AWB - 21 _ 2272

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
8 juni 2022
Datum publicatie
1 juli 2022
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:2874
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2272

Inhoudsindicatie

Onzakelijke lening. Eiseres heeft in gedeelten een lening verstrekt aan een gelieerde Marokkaanse vennootschap (start-up). De lening is door eiseres geheel afgewaardeerd ten laste van het fiscale resultaat. Niet in geschil is dat de vermogenspositie van de start-up dusdanig was dat afwaardering geboden was. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat geen onafhankelijk derde, ook niet tegen een hoge vaste rente, de lening zou hebben verstrekt. De niet-onderbouwde stelling dat geen bank de lening zou hebben verstrekt, is hiertoe onvoldoende. Er is marktonderzoek gedaan naar de kansen en bedreigingen van de start-up, er waren informele verkooptoezeggingen en de start-up beschikte over een netwerk in Marokko. Beroep gegrond.

Uitspraak

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummer: AWB 21/2272

in de zaak tussen

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2016 een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 160.160. Tevens is bij beschikking € 7.474 aan belastingrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 23 maart 2021 de aanslag en de beschikking belastingrente gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief ontvangen door de rechtbank op 29 april 2021, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2022.

Namens eiseres is haar directeur, [persoon A] , alsmede haar gemachtigde verschenen. Namens verweerder zijn verschenen [persoon B] , [persoon C] en [persoon D] .

Verweerder heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan de rechtbank en (door tussenkomst van de griffier) aan de wederpartij, welke pleitnota met instemming van partijen wordt geacht ter zitting te zijn voorgedragen. Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is naar Nederlands recht opgericht op [datum] . Enig aandeelhouder van eiseres is [bedrijf 1] . Enig aandeelhouder van [bedrijf 1] . is de heer [persoon A] .

2. Per december 2014 is eiseres een overeenkomst van geldlening aangegaan met [naam bedrijf 2] ( [bedrijf 2] ), gevestigd te [plaatsnaam] , Marokko . Aandeelhouders van [bedrijf 2] zijn de heer [persoon A] (50%) en de ex-echtgenote van de heer [persoon A] , [persoon E] (50%). [bedrijf 2] exploiteerde een

beddenspeciaalzaak. Daartoe heeft zij in 2015 winkelruimte in [plaatsnaam] gehuurd.

3. In de leningsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:

“OVEREENKOMST VAN GELDLENING

De ondergetekenden:

1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] , statutair gevestigd te [plaatsnaam] en kantoorhoudende te [plaatsnaam] aan de [adresgegevens] , ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer [nummer] , hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [persoon A] , in zijn functie van statutair directeur, hierna 'schuldeiser',

en

2. De naar Marrokaans recht op te richten besloten vennootschap [naam bedrijf 2] , statutair gevestigd te [adresgegevens] , hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [persoon A] en mevrouw [persoon E] , in hun functie van directeur, hierna 'schuldenaar’,

in aanmerking nemend dat:

• schuldeiser bereid is een geldlening te verstrekken aan schuldenaar, welke geldlening schuldenaar aanvaardt;

• de geldlening is bedoeld voor werkkapitaal voor het opzetten van een bedden speciaal zaak in [plaatsnaam] ;

• schuldeiser en schuldenaar terzake overeen zijn gekomen een akte van geldlening op te stellen, welke geldlening wordt geacht te zijn aangegaan op de hierna te noemen

voorwaarden;

komen het volgende overeen.

Artikel 1. Hoofdsom

1. Schuldeiser verstrekt aan schuldenaar ter leen een bedrag maximaal groot € 250.000, (zegge: tweehonderd vijftigduizend euro), welk bedrag (hierna te noemen: 'de hoofdsom') schuldenaar aanvaardt.

2. Schuldeiser stelt de kapitaal ter beschikking op basis van de noodzaak hiervan, ter beschikking.

Artikel 2. Rente

Artikel 3. Looptijd en (vervroegde) aflossing

Artikel 4. Zekerheden

Artikel 5. Opeisbaarheid

Beslissing