Home

Rechtbank Gelderland, 17-11-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6393, AWB - 21 _ 2571

Rechtbank Gelderland, 17-11-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6393, AWB - 21 _ 2571

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
17 november 2022
Datum publicatie
17 januari 2023
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:6393
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2571
Relevante informatie
Art. 3.4 Wet IB 2001, Art. 3.5 Wet IB 2001, Art. 3.8 Wet IB 2001, Art. 3.76 Wet IB 2001, Art. 3.79a Wet IB 2001, Art. 16 lid 1 AWR

Inhoudsindicatie

IB/PVV en ZVW. Jaren 2013 en 2014. Navordering. Winst uit onderneming (WUO). Verklaring Arbeidsrelatie (VAR).

Eiseres heeft een eenmanszaak. De activiteiten van de eenmanszaak bestaan uit het leveren van thuiszorg en meer specifiek thuiszorg in natura als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Eiseres verricht in de onderhavige jaren zorgactiviteiten via thuiszorgorganisaties die op grond van de Wet toelating zorginstellingen en de Wet toetreding zorgaanbieders zijn aangewezen als organisaties die AWBZ gefinancierde thuiszorg in natura mogen verlenen en daartoe een contract hebben afgesloten met zorgkantoren (hierna: de zorgactiviteiten). Eiseres heeft met thuiszorgorganisaties overeenkomsten gesloten.

Is sprake van een voor navordering vereist nieuw feit? Zijn de voordelen behaald met de in 2013 en 2014 verrichtte zorgwerkzaamheden aan te merken als WUO?

Uitspraak

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummers: AWB 21/2571, AWB 21/2572, AWB 21/ 2573 en AWB 21/2574

in de zaken tussen

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

en

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.

Procesverloop

Met dagtekening 1 december 2018 heeft verweerder eiseres voor het jaar 2013 een navorderingaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.812, en een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW), berekend naar een bijdrage-inkomen van eveneens € 43.812, opgelegd. Tevens is bij beschikking € 1.500 respectievelijk € 201 aan belastingrente in rekening gebracht.

Met dagtekening 18 oktober 2018 heeft verweerder eiseres voor het jaar 2014 een aanslag IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.225, en een aanslag ZVW, berekend naar een bijdrage-inkomen van eveneens € 33.225, opgelegd. Tevens is bij beschikking € 1.148 respectievelijk € 149 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraken op bezwaar van 23 april 2021 heeft verweerder de navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW 2013 en de aanslagen IB/PVV en ZVW 2014 verminderd. De beschikkingen belastingrente 2013 en 2014 zijn dienovereenkomstig verminderd. Voor het belastingjaar 2013 is het belastbaar inkomen uit werk en woning/het bijdrage-inkomen op € 38.158 vastgesteld en is de belastingrente op € 1.073 (IB/PVV) respectievelijk op € 144 (ZVW) vastgesteld. Voor het belastingjaar 2014 is het belastbaar inkomen uit werk en woning/het bijdrage-inkomen op € 25.815 vastgesteld en is de belastingrente op € 703 (IB/PVV) respectievelijk op € 95 (ZVW) vastgesteld.

Eiseres heeft bij brief van 25 mei 2021, ontvangen door de rechtbank op diezelfde datum, beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar.

Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en voor elk jaar een afzonderlijk verweerschrift ingediend.

Beide partijen hebben voorafgaande aan de zitting nadere stukken ingediend. De wederpartij heeft daarvan tijdig een afschrift ontvangen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 mei 2022. Eiseres is daar verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en drie toehoorders ( [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] ). Namens verweerder zijn verschenen [persoon D] en [persoon E] .

De gemachtigde heeft ter zitting een pleitnota overgelegd en voorgelezen.

De beroepen zijn gelijktijdig behandeld.

Overwegingen

Feiten

1. Met ingang van [datum] heeft eiseres een eenmanszaak ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (de eenmanszaak). Sinds 2014 is de eenmanszaak bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder de naam “ [eenmanszaak] ”. De activiteiten van de eenmanszaak bestaan uit het leveren van thuiszorg en meer specifiek thuiszorg in natura als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)1.

2. In 2013 en 2014 heeft eiseres zorgwerkzaamheden verricht via thuiszorgorganisaties die op grond van de Wet toelating zorginstellingen en de Wet toetreding zorgaanbieders zijn aangewezen als organisaties die AWBZ gefinancierde thuiszorg in natura mogen verlenen en daartoe een contract hebben afgesloten met zorgkantoren (hierna: de zorgactiviteiten).

3. Eiseres heeft met de thuiszorgorganisaties “ [bedrijf 1] ” (later genaamd: “ [bedrijf 1] ”) en “ [bedrijf 2] ” overeenkomsten gesloten. Zij heeft de Algemene voorwaarden van deze thuiszorgorganisaties ondertekend. De Algemene Voorwaarden en Condities voor de Zelfstandig Ondernemer in de Zorg (ZOZ-er) van [bedrijf 1] luiden als volgt:

“Artikel 1.

[bedrijf 1] is een organisatie welke bemiddelt tussen hulpbehoevende patiënten en zij die in deze hulp kunnen voorzien. Ondergetekende geeft aan [bedrijf 1] de opdracht om te bemiddelen in deze.

Artikel 2.

De ZOZ-er geeft aan [bedrijf 1] de opdracht de declaratie aan de cliënt over de gewerkte

uren te verzorgen. Declarabel gestelde uren van de ZOZ-er worden maandelijks door de

ZOZ-er aan [bedrijf 1] ter beschikking gesteld door middel van een

urendeclaratieformulier voorzien van een handtekening van de ZOZ-er per cliënt. [bedrijf 1] zorgt voor verzending van de declaraties namens ZOZ-er aan de cliënt/ instantie. [bedrijf 1] kan nimmer door ZOZ-er aansprakelijk worden gesteld voor de door [bedrijf 1] namens ZOZ-er verzonden declaraties.

Artikel 3.

Betalingen van cliënten / uitbetalende instantie vindt rechtstreeks aan ZOZ-er plaats. Deze betalingen zijn bruto betalingen, waarvan nog afgedragen dient te worden alle verschuldigde belasting/verzekering premies.

Artikel 4.

[bedrijf 1] berekent o.a. voor bovenstaande administratieve opdrachten van de ZOZ-er een administratieve bijdrage. (zie informatiebrochure )

Betalingen van deze administratieve bijdrage dienen binnen 14 dagen na verzenddatum van deze declaratie aan [bedrijf 1] te worden overgemaakt. Indien de administratieve bijdrage niet tijdig wordt voldaan zal een incassobureau worden ingeschakeld en de bemiddeling worden stopgezet.

Artikel 5.

[bedrijf 1] draagt geen enkele verantwoording voor het doen en laten van de ZOZ-er. Zij gaat er van uit dat iedere ZOZ-er handelt van uit hun beroepshouding met een onvoorwaardelijk respect. O.a. onvoorwaardelijke geheimhoudingsplicht.

Bij het plegen van strafbare feiten, zoals het wegnemen van andermans eigendommen, wordt de politie onvoorwaardelijk op de hoogte gebracht.

Artikel 6.

Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.”.

De Algemene Voorwaarden en Condities zorgverleners van [bedrijf 2] luiden als volgt:

“ALGEMENE VOORWAARDEN EN CONDITIES ZORGVERLENERS

Artikel 1

[bedrijf 2] is een organisatie welke bemiddelt tussen zorgvragende cliënten en zij die in deze zorgvraag kunnen voorzien.

Ondergetekende geeft aan [bedrijf 2] de opdracht om te bemiddelen in deze.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Beslissing