Home

Rechtbank Limburg, 05-06-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:3362, C/03/305431 / HA ZA 22-235

Rechtbank Limburg, 05-06-2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:3362, C/03/305431 / HA ZA 22-235

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
5 juni 2024
Datum publicatie
24 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:3362
Formele relaties
Zaaknummer
C/03/305431 / HA ZA 22-235

Inhoudsindicatie

Verhoging voorschot deskundige.

Uitspraak

vonnis

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer: C/03/305431 / HA ZA 22-235

Vonnis van 5 juni 2024

in de zaak van

[eiser] ,

te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

advocaat mr. W.E. Widdershoven te Maastricht,

tegen

[gedaagde] ,

te [vestigingsplaats] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

advocaat mr. L.W.J.P.F. Einig te Venlo.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 8 november 2023,

-

het e-mailbericht namens M. Scholten van 17 mei 2024,

-

de reacties namens beide partijen, ontvangen op 22 mei 2024.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 Het verzoek en de beoordeling

2.1.

Bij tussenvonnis van 14 juni 2023 is door de rechtbank bepaald dat een onderzoek door (een) deskundige(n) zal worden bevolen. Bij tussenvonnis van 8 november 2023 is een onderzoek door één deskundige bevolen en is de heer M. Scholten, werkzaam bij Scholten Taxaties B.V. benoemd tot deskundige in onderhavige zaak. Namens de heer Scholten is de rechtbank bericht dat het eerder opgegeven voorschotbedrag dreigt te worden overschreden en is verzocht om een aanvullend voorschot van € 605,00 (inclusief btw).

2.2.

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun mening te geven over de aanvulling van het voorschot.

2.3.

Beide partijen stemmen in met verhoging van het voorschot.

2.4.

De rechtbank is van oordeel dat het begrote bedrag redelijk is. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen. De rechtbank is van oordeel dat het (aanvullend) voorschot door beide partijen, ieder voor de helft, dient te worden gedeponeerd.

3 De beslissing

De rechtbank

3.1.

stelt de hoogte van het aanvullend voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 605,00 inclusief btw,

3.2.

bepaalt dat dit aanvullend voorschot door beide partijen, ieder voor de helft, dient te worden voldaan,

3.3.

voor het voldoen van het voorschot zal het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te Utrecht op korte termijn een nota verzenden, welke nota uiterlijk twee weken na deze uitspraak dient te zijn voldaan,

3.4.

wijst de deskundige er op dat:

- hij het aanvullend onderzoek pas na bericht van de griffier omtrent betaling van het aanvullend voorschot dient voort te zetten,

3.5.

draagt de deskundige op om uiterlijk zes weken na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. Driever en in het openbaar uitgesproken.1