Home

Rechtbank Noord-Holland, 14-06-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:4929, 6717681

Rechtbank Noord-Holland, 14-06-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:4929, 6717681

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
14 juni 2018
Datum publicatie
24 juli 2018
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2018:4929
Zaaknummer
6717681

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Bevel tot boedelbeschrijving, artikel 672 Rv. Ambtshalve ontslag executeur?, artikel 4:149 lid 2 BW. Zelfstandige tegenverzoeken.

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Sectie Kanton – locatie Haarlem

zaak-/rolnr.: 6717681 \ EJ VERZ 18-104

boedelregisternummer:

datum uitspraak: 14 juni 2018

Beschikking in de zaak van:

[executeur] , handelend in zijn hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [de overledene]

kantoorhoudende te [plaats]

verzoeker

verder te noemen: de executeur

gemachtigde: mr. E. Bongers

en

[de weduwe]

wonende te [woonplaats]

verweerster

verder ook te noemen: de weduwe

gemachtigde: mr. I.E. van der Bijl.

Belanghebbenden:

[belanghebbende 1] , wonende te [woonplaats]

[belanghebbende 2] , wonende te [woonplaats]

[belanghebbende 3] , wonende te [woonplaats]

[belanghebbende 4] , wonende te [woonplaats] .

1 De procedure

1.1.

Op 12 maart 2018 is ter griffie het verzoek ontvangen van de executeur. De weduwe heeft op 28 mei 2018 schriftelijk gereageerd op het verzoek.

1.2.

Op 6 juni 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. De executeur heeft daarbij pleitnotities overgelegd en een productie houdende een concept akte afgifte legaat tegen inbreng. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben de executeur en de weduwe brieven van 4 respectievelijk 5 juni 2018 de kantonrechter nog nader geïnformeerd respectievelijk stukken toegezonden.

2 De feiten

2.1.

[de overledene] , geboren [in 1928] , is [in 2015] te [plaats] overleden. De laatste woonplaats van de overledene was [woonplaats] .

2.2.

De overledene heeft bij testament van 9 juni 2009 over zijn nalatenschap beschikt. In dit testament heeft de overledene belanghebbenden (zijn kinderen geboren uit zijn eerste huwelijk dat door overlijden van zijn echtgenote, [eerste echtgenote] , is ontbonden) benoemd tot zijn enig erfgenamen. De erfgenamen hebben de nalatenschap zuiver aanvaard. Ten behoeve van zijn tweede echtgenote, [de weduwe] , heeft de overledene zijn helft van de echtelijke woning gelegateerd tegen inbreng van de vrije verkoopwaarde alsmede het recht van gebruik van zijn antiek- en kunstcollectie.

2.3.

De overledene en [de weduwe] zijn op [trouwdatum] 1986 te [plaats] , in voor beiden tweede echt, gehuwd na het maken van huwelijkse voorwaarden waarbij de wettelijke gemeenschap van goederen is uitgesloten. Partijen zijn overeengekomen dat de man de kosten van de huishouding voor zijn rekening nam en dat de onverteerde inkomsten jaarlijks bij helfte zouden worden verrekend.

2.4.

In het testament heeft de overledene zijn echtgenote benoemd tot executeur en bezorger van zijn uitvaart en daarbij bepaald dat indien zij die functie niet langer kan of wil waarnemen zijn oudste kind in haar plaats komt. Daarbij heeft de executeur de bevoegdheid om executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen.

De weduwe heeft haar benoeming tot executeur aanvaard en heeft een aanvang gemaakt met haar werkzaamheden.

2.5.

Op 9 november 2016 hebben belanghebbenden een verzoek ingediend tot het ontslag van de weduwe als executeur en daaraan ten grondslag gelegd dat zij heeft nagelaten een deugdelijke boedelbeschrijving op te stellen, een onjuiste aangifte erfbelasting heeft gedaan, nauwelijks of aantoonbaar onjuiste informatie aan de erfgenamen heeft verstrekt, haar positie als executeur en legataris conflicterend heeft gebruikt, de inspectie van de kunst- en antiekcollectie heeft geblokkeerd en nalatenschapsgelden heeft vermengd met haar privégelden. De weduwe heeft betwist dat er sprake is van een gewichtige reden tot ontslag en heeft als tegenverzoek gevraagd om de erfgenamen te veroordelen in alle kosten van rechtsbijstand die zij als executeur heeft moeten maken.

2.6.

Bij beschikking van 6 april 2017 heeft de kantonrechter van deze rechtbank de weduwe ontslagen als executeur en [executeur] benoemd tot executeur en daarbij de proceskosten gecompenseerd, waarbij is overwogen: “loon en de kosten van [de weduwe] in haar hoedanigheid van de executeur, met daarin begrepen eventuele rechtsbijstandskosten, dienen door de opvolgend executeur meegenomen te worden in de afwikkeling van de nalatenschap”.

2.7.

De executeur heeft na zijn benoeming een gesprek gevoerd met de weduwe en separaat met de erfgenamen. Van deze besprekingen zijn memoranda opgemaakt en op 16 mei 2017 toegestuurd. In diezelfde brief heeft de executeur de weduwe om toezending van de aangiften inkomstenbelasting verzocht en een afspraak gemaakt voor een huisbezoek op 24 mei 2017 en aangekondigd dat hij samen met zijn kandidaat-notaris, [naam] , zal komen: “(...) een afspraak bij u thuis, zodat ik ook een betere indruk kan krijgen van de omvang en samenstelling van de nalatenschap, en dan met name van de kunst en antiek. Verder zou ik dan graag de administratie willen ontvangen, zodat ik me ook daarvan een beter beeld kan vormen. Ik denk daarbij aan bankafschriften van alle rekeningen vanaf [trouwdatum] 1986 tot heden. Tot de administratie reken ik ook overzichten en documenten opgeslagen in de personal computer en de laptop. Wilt u mij dan ook (een kopie) van de inboedel- en opstalverzekering overhandigen? (...)”.

2.8.

Op 2 juni 2017 heeft de executeur de weduwe bericht:“In vervolg op de met u bij u thuis gevoerde bespreking (...) zend ik u hierbij de lijst met administratie/overzichten die ik graag van u ontvang. Wilt u ervoor zorgen dat ik de gevraagde stukken uiterlijk 16 juni 2017 ontvang?

(...) Uit de ontvangen lijsten maak ik op dat uw echtgenoot zeer goed gedocumenteerd was en de administratie nauwgezet bij hield (zo zag ik op de van u ontvangen bankafschriften steeds vermeld voor wie van u beiden bepaalde uitgaven werden gedaan).

(...) We bespraken dat u erg gesteld bent op uw privacy en daarom liever geen privé informatie beschikbaar stelt. Ik heb in ons gesprek al aangegeven dat u als betrokken partij verplicht bent gegevens af te geven die nodig zijn voor de afwikkeling van de nalatenschap en dat ik als executeur de plicht heb om alle relevante stukken in te zien.

(...) Wij bespraken verder dat een oplossing zou kunnen zijn dat u de bankafschriften van bankrekeningen af geeft bij uw advocaat, zodat ik ze daar kan inzien.

(...) Voorts heb ik aangegeven dat ik als executeur uiteindelijk rekening en verantwoording moet afleggen over de gehele afwikkeling van de nalatenschap (zoals u overigens ook moet doen over de periode dat u executeur bent geweest) en dat onderdeel daarvan ook is om alle onderliggende stukken te controleren.

(...) Van u ontving ik de nota van Tanger advocaten met het verzoek voor betaling zorg te dragen. (...) Ik neem hierover thans nog geen standpunt in.”.

2.9.

De gemachtigde van de weduwe heeft de executeur op 20 juni 2017 geschreven:

“(...) De bankafschriften ten name van cliënte zijn privé. In de nalatenschap van Erflater valt niet het privévermogen van cliënte. Inzage is derhalve niet nodig, en zal cliënte dus ook niet verlenen.

(...) U kunt de aangiftes en aanslagen IB die voor Erflater zijn opgemaakt opvragen bij Kramer Assurantiën en de Belastingdienst.

(...) Al het aanwezige kunst en antiek is dus ten tijde van het huwelijk aangekocht. Cliënte verkiest het recht van alle zaken uit de antiek- en kunstcollectie.

(...) Tijdens het bezoek in de woning van cliënte heeft u foto’s gemaakt. Cliënte ontvangt graag kopieën van de door u gemaakte foto’s.

(...) Bijgaand zend ik u (...) de nota voor mijn werkzaamheden tot en met 18 april 2017. Ik verzoek u de nota binnen veertien dagen na heden te voldoen

(...) Ik verzoek u derhalve het loon waar cliënte recht op heeft (...) te voldoen

(...) Nu het legaat ten aanzien van de woning te [woonplaats] nog niet aan cliënte is afgegeven dienen de erfgenamen de helft van de eigenaarslasten per datum overlijden Erflater te voldoen.

(...) Zoals u bekend sta ik cliënte juridisch bij. Alle verdere correspondentie mag dan ook aan mij worden gericht. Op aan cliënte persoonlijk gerichte correspondentie zal niet meer worden gereageerd.”

2.10.

De executeur heeft mr. Van der Bijl op 3 juli 2017 onder meer bericht:

“(...) Reeds daarom is het belangrijk om ook inzage te hebben in het privé vermogen van mevrouw. Als executeur van de nalatenschap van haar echtgenoot heb ik daar overigens ook recht op. Derhalve verzoek ik u vriendelijk en zo nodig sommeer ik u om binnen twee weken na heden de gevraagde gegevens aan mij te overhandigen.

(...) U gaf aan dat er twee ordners zijn meegegeven aan [belanghebbende 1] . Hij heeft mij gemeld dat er één ordner is afgegeven. (...) De blauwe ordner is niet aan hem meegegeven. (...) verzoek ik u vriendelijk en zo nodig sommeer ik u om binnen twee weken na heden de bewuste blauwe map aan mij te overhandigen.

(...) Uw cliënte is als gewezen executeur verplicht alle goederen van de nalatenschap over te dragen aan de opvolgende executeur. Dat zijn dus ook bedoelde bankafschriften. (...) zo nodig sommeer ik u daarom de bankafschriften te overhandigen vanaf 1 januari 2005 tot en met heden, zulks binnen veertien dagen na heden”

(...) U stelt in uw brief dat ik per email door Kramer Assurantiën ben geïnformeerd over de verzekeringspolis. Dat is niet het geval. Graag ontvang ik van u een kopie van (...) de polis. (...) We bespraken dat uw cliënte een en ander in orde zou maken.

(...) eigenaarskosten woning (...) indien uw cliënte van mening is dat die kosten daadwerkelijk voor rekening van de erfgenamen komen, dan kan ik mij voorstellen dat de erfgenamen zich op het standpunt stellen dat uw cliënte alsdan een huur aan hen moet betalen

(...)Zoals eerder in deze brief( en in eerdere brieven gezonden aan uw cliënte) aangegeven, heb ik haar verzocht om meer informatie aan mij te geven. Die heb ik (nog) niet ontvangen. Onder meer daarom verleen ik haar (nog) geen kwijting en decharge en ga ik ook niet over tot uitbetaling van enig loon. Overigens is het mijns inziens nog de vraag of uw cliënte, nu de nalatenschap niet geheel door haar is afgewikkeld, recht heeft op het volledige wettelijke loon.

(...) Mijn doelstelling als executeur/notaris in deze nalatenschap is om tot een oplossing en afwikkeling te komen die voor alle betrokkenen acceptabel is. In dat kader lijkt het mij zinvol om met u in een persoonlijk gesprek te bespreken op welke wijze dat zou kunnen gebeuren. (...)”

2.11.

Op 17 juli 2017 heeft mr. Van der Bijl aan de executeur geschreven:

“De hoeveelheid foto’s die u in de woning van cliënte heeft genomen verbaast haar ten zeerste. (...) voelt cliënte zich helemaal aangetast in haar privacy. Uw gedrag is niet toelaatbaar. Cliënte is zich dan ook aan het beraden hier stappen tegen te ondernemen.

(...) de in mijn brief genoemde bedragen ten aanzien van mijn kosten, het executeursloon, en de eigenaarskosten inzake de woning te [woonplaats] heeft zowel cliënte als ik niet ontvangen. (...) Totaal 9.026,45 (...) Na voldoening van bovengenoemd bedrag zal cliënte verder inhoudelijk ingaan op uw schrijven van 3 juli 2017.”

2.12.

Mr. van der Bijl heeft de executeur op 3 augustus 2017 geschreven:

“Naar aanleiding van uw schrijven van 28 juli 2017 bericht ik u als volgt. (...) Cliënte heeft altijd haar volledige medewerking aan de afwikkeling van de nalatenschap van haar echtgenoot verleend. (...) Vanaf het moment dat mr. [naam] is aangesteld als executeur heeft cliënte gedaan wat hij haar heeft gevraagd (...) Privé gegevens van cliënte zal zij niet aan u verstrekken. (...) Zolang de betaling uitblijft zal cliënte niet reageren op een schrijven uwerzijds. (...)”

2.13.

De executeur heeft op 24 oktober 2017 een aangetekende brief gestuurd naar het administratiekantoor:

“Op 5 oktober jongstleden zond ik u (...) een email met het verzoek mij een kopie toe te zenden van de door u ingediende aangiften inkomstenbelasting van de [de overledene] en [de weduwe] . (...) Op 16 oktober 2017 sprak ik telefonisch uw collega (...) Zij zegde mij toe dat de gevraagde gegevens spoedig aan mij zouden worden gezonden. Op donderdag 19 oktober 2017 sprak ik u vervolgens telefonisch, waarbij u mij meldde dat u contact had opgenomen met mr. Bijl van Tanger advocaten en dat zij u had gemeld dat u geen stukken rechtstreeks mocht zenden aan mij, doch dat zij (mr. Bijl) dat zou doen. U gaf daarbij ook aan dat [executeur] niet tot executeur zou zijn benoemd. (...)”.

2.14.

Op 13 december 2017 heeft de executeur de weduwe, bij brief van mr. Bongers aan mr. Van der Bijl, gesommeerd tot het verstrekken van een beschrijving van haar vermogen dat krachtens de huwelijksvoorwaarden bij de verrekening dient te worden betrokken, voorzien van onderliggende documentatie.

De weduwe heeft geen gehoor gegeven aan de sommatie en zich beroepen op artikel 7 lid 5 van de huwelijksvoorwaarden:

“Bovenstaande verrekening dient voor één april van het daarop volgend jaar plaats te vinden of gevorderd te worden (...) na het verstrijken van voormelde datum worden de echtgenoten geacht volledig afgerekend te hebben en zal uit deze hoofde geen vordering op elkander meer mogelijk zijn.”

2.15.

De weduwe heeft niet alle door de executeur verzochte informatie aan hem doen toekomen.

2.16.

De legaten zijn tot op heden niet afgegeven.

2.17.

De executeur is niet overgegaan tot betaling van de door de weduwe verzochte bedragen.

2.18.

De executeur heeft parallel aan onderhavig verzoek de weduwe gedagvaard in kort geding. De zaak is op 2 mei 2018 behandeld. Ter zitting hebben partijen een regeling troffen ten aanzien van een gedeelte van de vordering. Voor het overige heeft de voorzieningenrechter op 16 mei 2018 vonnis gewezen. In dat vonnis is onder meer overwogen en besloten:

“(...)5. De beoordeling in conventie

(...) Uit de stukken en met name uit de gevoerde correspondentie komt naar voren dat de executeur inmiddels geruime tijd tracht de in zijn visie voor een boedelbeschrijving benodigde stukken van [de weduwe] overgelegd te krijgen en dat [de weduwe] dit weigert. Om zoveel mogelijk alsnog binnen bekwame spoed tot een boedelbeschrijving over te kunnen gaan en omdat het in belang van alle betrokkenen moet worden geacht om spoedig tot afwikkeling van de nalatenschap over te gaan, bestaat ook om die reden een spoedeisend belang aan de zijde van de executeur.

Met de executeur is de voorzieningenrechter van oordeel, dat de door de executeur verlangde informatie van belang is voor het opstellen van een deugdelijke boedelbeschrijving. Op de executeur rust de plicht om met bekwame spoed een boedelbeschrijving op te stellen. Uit artikel 1:143 lid 1 BW in verbintenis met artikel 1:143 lid 3 BW volgt dat de erfgenamen dan wel de executeur namens de erfgenamen, kunnen verlangen dat het te verrekenen vermogen van [de weduwe] wordt beschreven. Het te verrekenen vermogen is nog altijd niet omschreven. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de executeur terecht gesteld dat hij thans niet aan zijn verplichting kan voldoen. Immers, door de weigering van [de weduwe] om het te verrekenen vermogen te beschrijven en om de gevraagde stukken over te leggen is het voor de executeur niet mogelijk om in kaart te brengen welk deel van het vermogen tot de nalatenschap behoort en om in kaart te brengen of de erfgenamen dan wel [de weduwe] op grond van verrekening een vordering hebben op de nalatenschap. Wat het te verrekenen vermogen is, kan echter alleen worden vastgesteld als [de weduwe] de door de executeur verlangde gegevens overlegt. Op zichzelf is het juist dat dit privégegevens betreft. Dit laat het voorgaande echter onverlet. (...)

Om de omvang van het te verrekenen vermogen te kunnen vaststellen dient te worden nagegaan hoe dit vermogen tijdens het huwelijk is opgebouwd en daarvoor zijn de door de curator verlangde gegevens nu juist benodigd. (...)

7.1.

veroordeelt [de weduwe] om binnen vier weken na betekening van dit vonnis aan [executeur] te verstrekken:

- de afschriften van haar IB / PV aangiften over de jaren 2009 tot en met 2015 en de daarop gevolgde aanslagen;

- afschriften van bij bankinstellingen aangehouden rekeningen ten hare name (of: mede ten hare name) over de periode 2009 tot en met 2015;

- opgave van door haar tijdens het huwelijk met erflater verkregen vermogen uit nalatenschap of schenking;(...)”.

3 Het verzoek

3.1.

De executeur verzoekt – samengevat – dat de kantonrechter zal bevelen dat van de nalatenschap een notariële boedelbeschrijving als bedoeld in artikel 672 Rv wordt opgemaakt en dat [notaris A] , notaris te [plaats] , daartoe als notaris zal worden aangewezen.

3.2.

Aan dit verzoek legt de executeur ten grondslag dat de weigering van de weduwe om inzage te geven in de omvang en samenstelling van haar vermogen tijdens het huwelijk met de overledene de voortgang van de werkzaamheden van de executeur belemmert. Een notariële boedelbeschrijving heeft daarbij als voordeel dat van betrokkenen kan worden verlangd dat zij de juistheid van hun opgaven ten aanzien van de goederen bevestigen middels een eed ten overstaan van de notaris.

4 Het verweer tegen het verzoek

5 De zelfstandige tegenverzoeken

6 Het verweer tegen de tegenverzoeken

7 De beoordeling van het verzoek

8 De beoordeling van de tegenverzoeken

9 Beslissing