Home

Rechtbank Noord-Holland, 27-05-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:5975, HAA 24/1949

Rechtbank Noord-Holland, 27-05-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:5975, HAA 24/1949

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
27 mei 2025
Datum publicatie
22 augustus 2025
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2025:5975
Zaaknummer
HAA 24/1949
Relevante informatie
Art. 10a Wet LB, Art. 15 Verdrag Nederland-Australië, Art. 23 Verdrag Nederland-Australië

Inhoudsindicatie

Eiser was binnen een internationaal concern in loondienst bij een Australische werkmaatschappij. Hij ontving ‘Share Rights’ en ‘Profit Rights’ van een Nederlandse Holding. Ieder winstrecht geeft recht op een dividend-equivalente betaling. Vanaf mei 2020 is eiser werkzaam voor een Nederlandse werkmaatschappij. In oktober 2020 heeft eiser dividend-equivalente betalingen ontvangen. In geschil is of de aan eiser toegekende ‘Share Rights’ en ‘Profit Rights’ in aanmerkingen dienen te worden genomen in box 3 of in box 1. Meer specifiek ligt de vraag voor of het Share Right één vermogensrecht is dat gelijk te stellen is aan een gebonden aandeel in het kapitaal van de Nederlandse Holding of dat sprake is van afzonderlijke rechten (namelijk het recht om een aandeel te verwerven en daarnaast het recht op een dividend-equivalente betaling)? De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van afzonderlijke rechten en dat de dividend-equivalente betalingen behoren tot de grondslag van box 1. De rechtbank is van oordeel dat de dividend-equivalente betalingen een (nagekomen) beloning vormen voor in Australië verrichtte arbeid en dat op basis van het belastingverdrag het heffingsrecht toegewezen is aan Australië. Verweerder moet daarom een vermindering ter vermijding van dubbele belasting verlenen.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 24/1949

(gemachtigden: H. van Werven en drs. N.M. Ligthart),

en

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 10 juni 2023 aan eiser een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2020 opgelegd.

Eiser is tegen deze aanslag in bezwaar gekomen. Bij uitspraak op bezwaar van
16 februari 2024 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze uitspraak op bezwaar. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 april 2025 te Haarlem. Eiser heeft zich daar laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden, verweerder door
mr. [naam 1] , mr. [naam 2] en mr. [naam 3] .

Overwegingen

Feiten

1. Tot medio 2020 was eiser als [functie] in loondienst bij [bedrijf 1] Limited, een 100% dochter van de in Nederland gevestigde [moederbedrijf] B.V. Eiser gold als een talentvolle medewerker en om hem aan de [moederbedrijf] -groep te binden heeft [moederbedrijf] B.V. in de jaren 2015 (200 stuks), 2016 (300 stuks), en 2017 (300 stuks) ‘Profit Rights’ (winstrechten) aan eiser toegekend. Ieder winstrecht geeft aanspraak op betaling van een bedrag gelijk aan hetgeen als dividend wordt uitgekeerd op een gewoon aandeel in [moederbedrijf] B.V. (‘dividend-equivalente betaling’).

2. In april 2018 sluit eiser met [moederbedrijf] B.V. een overeenkomst waarin aan hem 300 zogenaamde ‘Share Rights’ worden toegekend (zie Clause 1.1) met daaraan gekoppeld een recht op dividend-equivalente betalingen (zie Clause 3.1):

“(…) SHARE RIGHT AGREEMENT 2018 (AUSTRALIAN EMPLOYEES) (…)

[moederbedrijf] and the Employee hereafter jointly referred to as the 'Parties'.

Whereas:

[moederbedrijf] having determined that its interests will be advanced by aligning the long term interests of the [bedrijf 1] (comprised of [moederbedrijf] and its related companies, including [bedrijf 1] Limited (' [bedrijf 1] ')) with the long term interests of the Employee by providing an incentive to the Employee to increase the performance of the [bedrijf 1] , has resolved to grant to the Employee Share Rights conditioned upon the execution by [moederbedrijf] and the Employee of this agreement.

The Parties want to restrict their arrangements into writing in this agreement, hereafter to be called the 'Agreement'.

Parties have agreed as follows:

Clause 1.Share Rights

Clause 2.Salary/Incentive Sacrifice

Clause 3.Entitlements

Clause 4.Termination

Clause 5.Payments, Currency and Taxes

Beslissing

Rechtsmiddel