Home

Rechtbank Noord-Nederland, 27-06-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2689, AWB - 22 _ 19

Rechtbank Noord-Nederland, 27-06-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2689, AWB - 22 _ 19

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
27 juni 2023
Datum publicatie
4 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2023:2689
Zaaknummer
AWB - 22 _ 19
Relevante informatie
Art. 12a Wet LB, Art. 3.81 Wet IB 2001, Art. 4.12 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

Geschil over het antwoord op de vraag of verweerder terecht correcties heeft toegepast die zien op (1) het in aanmerking nemen van een bedrag aan gebruikelijk loon in box 1 en (2) het bijtellen van de betalingen die in rekening-courant zijn geboekt als een uitdeling in box 2.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 22/19, 22/20, 22/21 en 22/22

(gemachtigde: mr. V.C. Langenburg),

en

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Procesverloop

Zaaknummer 22/19

Met dagtekening 16 november 2019 heeft verweerder aan eiseres voor het jaar 2014 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 96.004.

Tevens heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 6.450 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 23 november 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en is de navorderingsaanslag IB/PVV 2014 verminderd tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 76.298.

Verweerder heeft de beschikking belastingrente verminderd tot een bedrag van € 5.676.

Zaaknummer 22/20

Met dagtekening 14 november 2020 heeft verweerder aan eiseres voor het jaar 2015 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 65.920 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 15.

Tevens heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 5.245 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 23 november 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en is de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 verminderd tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 24.281 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 15.

Verweerder heeft de beschikking belastingrente verminderd tot een bedrag van € 3.494.

Zaaknummer 22/21

Met dagtekening 8 november 2019 heeft verweerder aan eiseres voor het jaar 2016 een aanslag IB/PVV opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 49.290.

Tevens heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 1.807 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 23 november 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en is de aanslag IB/PVV 2016 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 29.866.

Verweerder heeft de beschikking belastingrente verminderd tot een bedrag van € 1.327.

Zaaknummer 22/22

Met dagtekening 3 november 2020 heeft verweerder aan eiseres voor het jaar 2017 een aanslag IB/PVV opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 92.197.

Tevens heeft verweerder bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 369 en bij beschikking een bedrag van € 3.325 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 23 november 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en is de aanslag IB/PVV 2017 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 72.264.

Verweerder heeft de verzuimboete in stand gelaten en de beschikking belastingrente verminderd tot een bedrag van € 2.884.

Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 maart 2023.

Eiseres is daar verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is daar vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand] .

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1.

Eiseres is geboren op [datum] 1975 en is gehuwd met dan wel geregistreerd partner van [partner] .

1.2.

Eiseres is sinds [datum] 2009 enig bestuurder van Stichting [X] , die actief is op het gebied van bewindvoering.

1.3.

Eiseres is sinds [datum] 2012 voor 50% aandeelhouder en daarnaast bestuurder van [holding] B.V.

1.4.

[holding] B.V. is sinds [datum] 2012 100% aandeelhouder en bestuurder van [werk] B.V. (voorheen [X] B.V.).

1.5.

[holding] B.V. is sinds [datum] 2015 100% aandeelhouder van [A] B.V. en [B] B.V.

1.6.

Stichting [X] heeft haar werkzaamheden van bewindvoering uitbesteed aan [werk] B.V.

1.7.

Eiseres heeft op 15 november 2012 met [werk] B.V., destijds nog [X] B.V. geheten, een rekening-courantovereenkomst gesloten. Partijen zijn daarin geen terugbetalingsverplichting overeengekomen. Met betrekking tot de geleende bedragen zijn tussen partijen over en weer geen zekerheden gesteld. De verschuldigde rente dient volgens de overeenkomst in beginsel jaarlijks rentedragend te worden bijgeschreven.

1.8.

Bij vonnis van [datum] 2021 heeft de strafkamer van de rechtbank Overijssel eiseres strafrechtelijk veroordeeld vanwege het feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk onjuist indienen van de aangiften omzetbelasting over de jaren 2013 tot en met 2017 van [werk] B.V. en loonbelasting over de jaren 2016 en 2017. De rechtbank heeft daarbij artikel 9a van het wetboek van Strafrecht toegepast en bepaald dat aan eiseres geen straf of maatregel wordt opgelegd. Daartoe is onder meer overwogen:

De rechtbank ziet vanwege het vorenstaande, meer in het bijzonder de persoonlijke

omstandigheden van verdachte, geen meerwaarde in het opleggen van straf aan deze

verdachte die in zeker mate al gestraft is voor de misstappen die zij, zonder dat is gebleken

van kwalijke intenties gericht op geldelijk gewin, heeft begaan.

1.9.

Verweerder heeft op 30 oktober 2018 een boekenonderzoek ingesteld bij [werk] B.V., waarvan de uitkomsten in een rapport van 31 december 2020 zijn vastgelegd. In dat rapport zijn onder meer de gecorrigeerde belastbare resultaten voor de jaren 2014 tot en met 2017 opgenomen, na toepassing van een correctie voor het gebruikelijk loon (voor de jaren 2014 tot en met 2016: € 44.000 en voor 2017: € 45.000). Deze resultaten zijn:

2014: € 3.938,10

2015: -/- € 4.125,67

2016: -/- € 400,72

2017: -/- € 4.649,87.

In het rapport is tevens opgenomen:

In de controlejaren heeft [eiseres] diverse betalingen in “rekening courant [eiseres] ” geboekt. Op basis van de omschrijving in het grootboek heb ik de diverse transacties gerubriceerd naar een achttiental soorten betalingen.

Naast dat mevrouw als bestuurder regelmatig geld heeft gepind, heeft [eiseres] als bestuurder ook bedragen aan haar in privé overgemaakt met als omschrijving “salaris”, “vergoeding” en of “rekening-courant [eiseres] ” . Zie hieronder voor een meer gedetailleerd overzicht van de verschillende rubrieken in rekening-courant in geboekte bedragen en aantal mutaties.

Rekening-courant [eiseres] in geboekte bedragen:

Bedrag

Bkjr

JR Info

2013

2014

2015

2016

2017

Eindtotaal

Afvalcontainer bouw

329,00

295,00

624,00

Betaalautomaat

354,27

354,27

Boodschappen

36,42

79,74

71,31

187,47

Bouwmarkt etc.

804,07

804,07

divers nota’s

649,20

5.607,31

605,04

-4.953,50

2.628,97

4.537,02

[partner]

729,42

729,42

[woonwinkel]

3.102,80

3.102,80

Lening [C]

0,00

0,00

Marktplaats

63,45

63,45

Pinnen

40,00

5.240,00

3.440,00

9.650,00

18.370,00

RC [eiseres]

27.943,39

64.949,97

53.627,59

74.827,57

221.348,52

Salaris

9.200,00

2.853,61

4.160,36

16.213,97

Tanken

80,21

432,92

435,59

948,72

Varkens/Paarden

3.156,33

-3.430,41

125,00

-149,08

Vergoeding

28.840,00

75.950,00

2.200,00

1.000,00

107.990,00

Vergoeding of RC

15.600,00

19.508,00

35.108,00

Via betaalautomaat

2.416,19

5.953,81

197,29

8.567,29

[woonplaats]

5.941,71

5.941,71

Eindtotaal

45.031,14

120.297,79

68.281,30

73.866,38

117.265,02

424.741,63

Rekening-courant in aantal mutaties:

Aantal transacties

Bkjr

JR Info

2013

2014

2015

2016

2017

Eindtotaal

Afvalcontainer bouw

1

1

2

Betaalautomaat

3

3

Boodschappen

1

3

1

5

Bouwmarkt etc.

5

5

divers nota’s

4

7

3

10

10

34

[partner]

2

2

[woonwinkel]

3

3

Lening [C]

2

2

Marktplaats

3

3

Pinnen

1

8

6

7

22

RC [eiseres]

90

138

78

122

428

Salaris

11

2

1

14

Tanken

1

4

4

9

Varkens/Paarden

7

1

1

9

Vergoeding

37

80

3

1

121

Vergoeding of RC

19

26

45

Via betaalautomaat

2

30

1

33

[woonplaats]

2

2

Eindtotaal

64

223

148

126

181

742

De bedragen die zijn vermeld onder ‘Eindtotaal’ heeft verweerder aangemerkt als een uitdeling. Op die bedragen heeft verweerder telkens een bedrag aan gebruikelijk loon in mindering gebracht.

1.10.

Eiseres heeft op 27 juli 2015 een aangifte IB/PVV 2014 ingediend en een nihil-inkomen aangegeven.

1.11.

Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 22 april 2016 een aanslag IB/PVV 2014 opgelegd, berekend naar een nihil inkomen, waarbij verweerder aan eiseres € 1.262 aan uit te betalen heffingskortingen heeft toegekend.

1.12.

Bij brief van 23 oktober 2019 heeft verweerder aan eiseres onder meer een navorderingsaanslag IB/PVV over 2014 aangekondigd met de volgende correcties:

“2014

Het vastgesteld inkomen uit werk en woning -

ROW op basis van gebruikelijk loon 44.000

Te corrigeren inkomen uit werk en woning 44.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box2)

Te corrigeren inkomen uit aanmerkelijk belang 96.004”.

Belastbaar inkomen uit werk en woning definitief44.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang definitief 76.298.

“2015

Gecorrigeerd inkomen uit werk en woning 44.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box2)

Gecorrigeerd inkomen uit aanmerkelijk belang 65.920”.

Belastbaar inkomen uit werk en woning definitief44.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang definitief 24.281.

“2016

Te corrigeren inkomen uit werk en woning 44.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box2)

Belastbaar inkomen uit werk en woning definitief44.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang definitief 29.866.

“2017

Gecorrigeerd inkomen uit werk en woning 45.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box2)

Gecorrigeerd inkomen uit aanmerkelijk belang 92.197”.

Belastbaar inkomen uit werk en woning definitief 45.000

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang definitief 72.264.

Beslissing

Rechtsmiddel