Rechtbank Noord-Nederland, 20-03-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1034, LEE 24/1220
Rechtbank Noord-Nederland, 20-03-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1034, LEE 24/1220
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 20 maart 2025
- Datum publicatie
- 26 maart 2025
- Zaaknummer
- LEE 24/1220
- Relevante informatie
- Art. 9 Wet OB 1968, Tabel I post b.9 Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
Deze uitspraak gaat over veergelden. Eiser komt op tegen de omzetbelasting die over de veergelden is geheven. De rechtbank oordeelt dat er voor eiser geen mogelijkheid is om ter zake van de over de veergelden berekende omzetbelasting in beroep te gaan.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 24/1220
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 20 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden, de heffingsambtenaar
(gemachtigde: [naam 1] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 21 december 2023.
De heffingsambtenaar heeft aan eiser voor het jaar 2023 een aanslag veergelden opgelegd van € 497,95.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De heffingsambtenaar heeft een nader stuk ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 5 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de heffingsambtenaar. Eiser is - zonder bericht van verhindering - niet op zitting verschenen. Eiser procedeert vrijwillig digitaal bij de rechtbank. De griffier van de rechtbank heeft op 31 december 2024 in het digitale dossier van eiser een bericht geplaatst waarbij eiser onder vermelding van tijd en plaats is uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van de zitting op 5 maart 2025. Van de vrijgave van dit bericht in het digitale dossier is op hetzelfde tijdstip een geautomatiseerd notificatiebericht gestuurd aan het door eiser voor dit doel opgegeven e-mailadres. Op grond hiervan neemt de rechtbank aan dat eiser op 31 december 2024 de uitnodiging voor de zitting heeft ontvangen. Eiser is dus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd om op de zitting te verschijnen.