Rechtbank Noord-Nederland, 22-07-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:3046, 24/3249
Rechtbank Noord-Nederland, 22-07-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:3046, 24/3249
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 22 juli 2025
- Datum publicatie
- 15 oktober 2025
- Zaaknummer
- 24/3249
- Relevante informatie
- Art. 14 WBRV
Inhoudsindicatie
Onroerende zaak is naar zijn aard geen woning en daarom is het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting niet van toepassing.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 24/3249
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, de inspecteur
(gemachtigde: [gemachtigde] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser1 tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 23 februari 2024.
Namens eiser en zijn echtgenote is op 18 december 2023 in totaal € 20.280 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan, ter zake van de verkrijging van de onroerende zaak aan de [adres] (de onroerende zaak).
De inspecteur heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 13 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van de inspecteur, bijgestaan door [bijstand] . De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief, verzonden op 14 april 2025 naar het door hem opgegeven adres [adres] , onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om ter zitting te verschijnen. De rechtbank heeft deze aangetekende brief op 2 mei 2025 retour ontvangen. Vervolgens heeft de rechtbank eiser op 2 mei 2025 per gewone post nogmaals uitgenodigd voor de zitting. Omdat de uitnodiging voor de zitting tijdig en op de juiste wijze aan eiser is verzonden, heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting doorgang laten vinden.