Rechtbank Rotterdam, 26-04-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3474, ROT 22/5775, ROT 22/6191 en ROT 22/6320
Rechtbank Rotterdam, 26-04-2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3474, ROT 22/5775, ROT 22/6191 en ROT 22/6320
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 26 april 2023
- Datum publicatie
- 26 april 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2023:3474
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2023:3208, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Zaaknummer
- ROT 22/5775, ROT 22/6191 en ROT 22/6320
Inhoudsindicatie
Beroepen niet tijdig over de Wet hersteloperatie toeslagen. De rechtbank volgt de door de rechtbank Midden-Nederland gehanteerde nieuwe termijn waarmee de Belastingdienst/toeslagen tot 1 juli 2024 de tijd krijgt om alsnog te beslissen niet. De rechtbank houdt vast aan de termijn van 12 weken.
De prikkel van een nadere termijn van twaalf weken werkt afdoende. De rechtbank is er ook niet van overtuigd dat de Belastingdienst/toeslagen door het verlengen van de termijn, het principe van "first in first out” kan herstellen.
De rechtbank ziet het als een taak van de politiek om actie te ondernemen tegen het structureel niet halen van de wettelijke beslistermijnen voor de integrale beoordelingen en het afdoen van de bezwaren. Maar blijkbaar heeft de Tweede Kamer geen aanleiding gezien om in te grijpen in de lengte van die termijnen, ondanks dat uit alle voortgangsrapportages blijkt dat ze structureel niet gehaald worden en onrealistisch waren en zijn.
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummers: ROT 22/5775, ROT 22/6191 en ROT 22/6320
[naam eiseres 1] , eiseres 1,
(gemachtigde: mr. S.C. Scheermeijer),
[naam eiseres 2] , eiseres 2,
[naam eiseres 3] , eiseres 3,
(gemachtigde: mr. J. van den Ende),
en
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder,
(gemachtigden: mrs. [naam gemachtigde 1] en [naam gemachtigde 2] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiseressen tegen het niet tijdig beslissen van verweerder op:
- het verzoek van eiseres 1 tot herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag;
- het bezwaar van eiseres 2 tegen de beschikking van verweerder van 16 november 2021 over de integrale herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag over de jaren 2005, 2007 tot en met 2009 en 2018;
- het bezwaar van eiseres 3 tegen de beschikking van verweerder van 16 juni 2022 waarin na een eerste toets eiseres 3 geen recht heeft op € 30.000,- van de Catshuisregeling.
2. De rechtbank heeft de beroepen op 20 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van eiseres 1, mr. S.C. Scheermeijer deelgenomen. Hij is ook de kantoorgenoot van de gemachtigde van eiseressen 2 en 3. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.