Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7075, BRE 21/838, 22/587 en 23/620
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-10-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7075, BRE 21/838, 22/587 en 23/620
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 10 oktober 2023
- Datum publicatie
- 20 oktober 2023
- Zaaknummer
- BRE 21/838, 22/587 en 23/620
- Relevante informatie
- Art. 223 Gemw
Inhoudsindicatie
Forensenbelasting, geen hoofdverblijf.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/838, 22/587 en 23/620
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats 1] , de heffingsambtenaar.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 25 januari 2021, 20 december 2021 en 13 december 2022.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende drie aanslagen forensenbelasting opgelegd voor de jaren 2020 tot en met 2022 (de aanslagen).
De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen ongegrond verklaard. De heffingsambtenaar heeft daarbij de aanslagen gehandhaafd.
De rechtbank heeft de beroepen op 2 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de heffingsambtenaar, [naam] .
Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht later uitspraak te doen.