Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-02-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:767, 21/5036

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-02-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:767, 21/5036

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
9 februari 2023
Datum publicatie
13 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:767
Zaaknummer
21/5036
Relevante informatie
Art. 27e AWR, Art. 67a AWR

Inhoudsindicatie

IB. Omkering en verzwaring van de bewijslast/geen aangifte gedaan. Ondernemingswinst en stakingswinst.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 21/5036

[belanghebbende], uit [plaats 1], belanghebbende

en

de inspecteur van de belastingdienst.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 19 oktober 2021.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 opgelegd:

- een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 125.134. Gelijktijdig heeft de inspecteur belanghebbende € 5.065 aan heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 984 opgelegd;

- een aanslag Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) naar een bijdrage-inkomen van € 165.000. Gelijktijdig heeft de inspecteur belanghebbende € 176 aan heffingsrente in rekening gebracht

(de aanslagen).

1.2.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende tegen de beslissingen van de inspecteur om de aanslagen niet ambtshalve te verminderen, ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 26 januari 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur: [inspecteur] en [inspecteur].

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep