Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5175, BRE 21/1374 en 21/5484
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5175, BRE 21/1374 en 21/5484
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 25 juli 2024
- Datum publicatie
- 2 augustus 2024
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2025:1403, Overig
- Zaaknummer
- BRE 21/1374 en 21/5484
- Relevante informatie
- Art. 16 AWR, Art. 27e AWR
Inhoudsindicatie
Navorderingsaanslagen IB/PVV 2006 en 2007. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur beschikte over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt, en hij de navorderingsaanslagen ook binnen de daarvoor geldende termijn heeft opgelegd. De inspecteur heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat in de jaren 2006 en 2007 sprake is van niet aangegeven vermogen. Om die reden vernietigt de rechtbank de navorderingsaanslagen en de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 21/1374 en 21/5484
de erven van [belanghebbende] , belanghebbenden,
(gemachtigde: mr. J.B. Gubbels),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbenden die zien op de aan wijlen [belanghebbende] opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over de jaren 2006 en 2007 (de navorderingsaanslagen) en de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd in verband met volgens de inspecteur in de aangiften niet aangegeven buitenlands vermogen.
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbenden tegen de navorderingsaanslagen afgewezen. Tegen die beslissing hebben belanghebbenden beroep ingesteld.
De inspecteur heeft ten aanzien van een aantal passages in bijlagen bij zijn verweerschriften verzocht om geheimhouding. De geheimhoudingskamer heeft dat verzoek voor de procedure over de navorderingsaanslag voor 2006 toegewezen.1
De rechtbank heeft de beroepen vervolgens gelijktijdig met de zaaknummers BRE 21/1375 en 21/5483 van [naam] op 13 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbenden, en namens de inspecteur: drs. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Van hetgeen ter zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met deze uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.