Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-10-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7327, BRE 24/4653

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-10-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7327, BRE 24/4653

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
29 oktober 2025
Datum publicatie
6 november 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:7327
Zaaknummer
BRE 24/4653
Relevante informatie
Art. 5.23 Wet IB 2001, Art. 6:22 Awb, Art. 1 EP EVRM

Inhoudsindicatie

Het hoorrecht is geschonden. De rechtbank passeert het gebrek. Saldolijfrenteuitkering naar het juiste bedrag in de heffing in box 1 betrokken. Geen individuele en buitensporige last.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 24/4653

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: mr. drs. C.M.J.E.P. Meerts),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 19 april 2024.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) van € 312.215 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) van € 429 (de aanslag). Bij de aanslag heeft de inspecteur € 4.055 aan belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben gemachtigde en de inspecteur deelgenomen. Namens de inspecteur zijn mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep