Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-11-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7662, 24/8068
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-11-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7662, 24/8068
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 7 november 2025
- Datum publicatie
- 14 november 2025
- Zaaknummer
- 24/8068
- Relevante informatie
- Art. 5.2 Wet IB 2001, Art. 4:17 Awb
Inhoudsindicatie
Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/8068
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 25 november 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2023 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 26 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens de inspecteur mr. drs. [inspecteur 1] en [inspecteur 2] deelgenomen.
Belanghebbende is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 7 juli 2025 naar het [adres] , onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Aangezien uit informatie van PostNL is gebleken dat de brief op 8 juli 2025 aan belanghebbende op genoemd adres is uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.