Gedektverklaring van misslagen in dictum geldt ook voor bestuursbesluiten (art. 81.1 Wet RO)

Gedektverklaring van misslagen in dictum geldt ook voor bestuursbesluiten (art. 81.1 Wet RO)

Gegevens

Nummer
2025/1122
Publicatiedatum
11 juli 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1147
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen een op aangifte voldaan bedrag aan BPM, waarop is beslist dat er een recht op teruggaaf bestaat. Vervolgens is belanghebbende schriftelijk in kennis gesteld van het terug te betalen bedrag. Daarbij is geen bedrag aan te vergoeden rente vermeld. In bezwaar daartegen voert belanghebbende aan dat er ten onrechte geen rentebeschikking is genomen. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond en vermeldt in die uitspraak van 3 november 2020 dat belanghebbende geen recht heeft op een rentevergoeding. In beroep daartegen verklaart de rechtbank het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk omdat de kennisgeving volgens haar geen voor bezwaar vatbare beschikking is. De rechtbank kent daarbij vergoedingen voor proceskosten en griffierecht toe.

Hof Arnhem-Leeuwarden (12 september 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:7706, NTFR 2023/1739) constateert dat in de uitspraak van de inspecteur van 3 november 2020 een rentebeschikking ligt besloten, waartegen bezwaar openstaat. Het beroep van belanghebbende tegen die uitspraak moet tevens opgevat worden als beroep tegen de rentebeschikking. De rechtbank heeft volgens het hof ten onrechte nagelaten een beslissing te nemen over de hoogte van de te vergoeden rente. Het hof wijst de zaak niet terug, maar handelt de kwestie over de (hoogte van de) rente zelf af omdat de rechtbank zich niet heeft hoeven uitlaten over belangrijke feitelijke kwesties en er daarom geen sprake is van een ongewenst verlies aan instantie.

Wat de door de rechtbank vastgestelde proceskosten betreft stelt het hof vast dat de rechtbank de uitspraak op bezwaar uitsluitend heeft vernietigd wegens een misslag in het dictum. Met een dergelijke vernietiging is niet enig belang van belanghebbende gediend. Dit brengt mee dat de rechtbank het beroep ongegrond had moeten verklaren zonder toekenning van een vergoeding voor proceskosten en griffierecht (vgl. HR 8 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1033, NTFR 2022/2869, dat betrekking heeft op uitspraken van belastingrechters en niet op bestuursbesluiten). Het hof kan echter de door de rechtbank toegekende vergoedingen niet vernietigen. De inspecteur heeft namelijk niet zelfstandig hoger beroep ingesteld, zodat hij niet in een gunstiger positie kan komen te verkeren ten opzichte van de uitspraak van de rechtbank. Wat betreft de gedektverklaring van misslagen in het dictum is het hof van oordeel dat het niet van een consequente wetstoepassing zou getuigen als aan een misslag in het dictum van een bestuursbesluit een ander gevolg wordt verbonden dan aan een vergelijkbare missslag in een rechterlijke uitspraak. Dit brengt volgens het hof mee dat het arrest van 8 juli 2022 niet alleen op uitspraken van belastingrechters, maar ook op bestuursbesluiten kan worden toegepast.

De Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep ongegrond verklaard onder verwijzing naar art. 81.1 Wet RO.