Geen heffing arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat deze is gecedeerd

Geen heffing arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat deze is gecedeerd

Gegevens

Nummer
2025/1128
Publicatiedatum
14 juli 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2025:1164
Relevante informatie

Belanghebbende drijft een onderneming. Belanghebbende heeft een ongevallenverzekering afgesloten. Op grond van deze verzekering had hij recht op een daggeldvergoeding voor elke dag waarop hij tijdelijk arbeidsongeschikt was. Op 4 september 2015 heeft belanghebbende een fietsongeluk. Op 9 oktober 2015 sluit belanghebbende met een derde een overeenkomst van cessie waarbij belanghebbende toekomstige uitkeringen cedeert. In 2018 doet de verzekeringsmaatschappij een uitkering aan belanghebbende onder inhouding van loonheffingen. In hoger beroep is in geschil of deze uitkering terecht en tot het juiste bedrag in de belastingheffing is betrokken.

Het hof vult de beroepsgrond van belanghebbende dat de uitkering niet belastbaar is in 2018 aan met een verwijzing naar art. 3:133 lid 1 en 2, aanhef en letter 2 Wet IB 2001. Het hof stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat belanghebbende zijn aanspraak op de daggeldvergoeding rechtsgeldig heeft gecedeerd aan een derde. Het hof oordeelt dat belanghebbende in 2015 de aanspraak heeft vervreemd waardoor belanghebbende belastbare negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen heeft genoten en is de aanspraak gaan behoren tot het box 3-inkomen. De uitkering die in 2018 wordt gedaan kan niet als belastbaar inkomen uit werk en woning van belanghebbende worden aangemerkt.

(Hoger beroep gegrond.)