A-G Kokott: koepelvrijstelling van toepassing op schoonmaakdiensten voor ziekenhuizen en onderwijsinstellingen

Agrupació de Neteja Sanitària (ANS) is een Spaans economisch samenwerkingsverband met als doel het verlenen van schoonmaakdiensten in de ziekenhuizen en dergelijke waarin haar leden hun activiteiten op het gebied van gezondheidszorg en sociale zorg verrichten. Educat Serveis Auxiliars (ESA) is coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, met als doel het verlenen van schoonmaakdiensten in de vestigingen van haar leden waarin deze hun onderwijsactiviteiten verrichten.

ANS en ESA hebben elk met een (andere) derde partij een overeenkomst gesloten voor de administratie en het beheer van hun personeel. In de twee overeenkomsten staat dat deze activiteiten aan de derde partijen zijn uitbesteed, omdat deze partijen beschikken over de ervaring, kennis en middelen die nodig zijn voor het beheer van de schoonmaakdiensten die door beide verzoeksters ten behoeve van hun leden moeten worden verricht.

ANS en ESA menen dat hun activiteiten vrijgesteld zijn op grond van de zogenoemde koepelvrijstelling (art. 132 lid 1 onder f BTW-richtlijn). Volgens de belastingdienst is de vrijstelling niet van toepassing omdat de schoonmaakdiensten niet rechtstreeks en uitsluitend verband houden met de vrijstelde activiteiten. In de procedure die volgt stelt de Spaanse rechter prejudiciële vragen.

A-G Kokott concludeert dat het bij de vrijstelling van diensten die door een groepering aan haar leden worden verleend tegen een bedrag dat precies overeenkomt met het aandeel in de uitgaven, gaat om diensten die door de leden in het kader van hun vrijgestelde activiteit als in een eerder stadium verrichte prestaties worden aangewend en die in de regel voor het verrichten van de vrijgestelde activiteit worden ingekocht omdat zij voor die activiteit nodig zijn. De vrijstelling van deze diensten leidt in beginsel niet tot een verstoring van de mededinging indien het gaat om diensten die gewoonlijk worden verricht in het kader van de vrijgestelde activiteit en die een grote onderneming eventueel zelf zou verrichten. De situatie kan anders zijn als de vrijstelling oneigenlijk wordt toegepast.