Standpunt Flexwoningen
Standpunt Flexwoningen
Gegevens
- Nummer
- 2025/1616
- Publicatiedatum
- 17 oktober 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Winst
- Relevante informatie
De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de vraag of een flexwoning kwalificeert als gebouw in de zin van artikel 3.30a van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Woningcorporaties investeren de laatste jaren steeds vaker in flexwoningen. Flexwoningen zijn verplaatsbare woningen, die gedurende een periode van ten minste tien jaar op een bepaalde locatie staan en zijn bestemd voor de (sociale) verhuur. Na afloop van de tienjaarsperiode kunnen de flexwoningen op een andere locatie worden geplaatst en opnieuw in gebruik worden genomen tot het einde van de (technische) levensduur. De technische levensduur van de flexwoningen bedraagt gemiddeld veertig jaar.
Flexwoningen worden geplaatst/bevestigd op stelconplaten (fundering) en aangesloten op nutsvoorzieningen. Het demonteren en verplaatsen van flexwoningen is relatief eenvoudig en in tijd beperkt. Het demonteren van een flexwoning neemt anderhalve dag in beslag; het verplaatsen een dag. Voor het plaatsen van flexwoningen wordt door de gemeente een (tijdelijke) omgevingsvergunning verleend.
Vraag
Kwalificeert een flexwoning als een ‘gebouw’ in de zin van artikel 3.30a van de Wet inkomstenbelasting 2001?
Antwoord
Ja, een flexwoning kwalificeert als een ‘gebouw’ in de zin van artikel 3.30a Wet IB 2001. De afschrijvingsbeperking van artikel 3.30a Wet IB 2001 is van toepassing.