Wegens deels privégebruik geen vooraftrek en belaste verhuur voor werkruimte in en parkeerplaats bij woning

Wegens deels privégebruik geen vooraftrek en belaste verhuur voor werkruimte in en parkeerplaats bij woning

Gegevens

Nummer
2025/1644
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2025:2476
Rubriek
Omzetbelasting
Relevante informatie

Belanghebbende is een samenwerkingsverband tussen twee personen, A en B. A en B hebben een woning laten bouwen waarin de bovenste verdieping deels als kantoorruimte wordt gebruikt. De vennootschap waarvan A aandeelhouder is, huurt deze verdieping, de hallen naar die verdieping, de wc op de tweede verdieping en een parkeerplaats. Belanghebbende heeft de voorbelasting in aftrek gebracht voor het aan de verhuur toe te rekenen deel van de bouwkosten en om een teruggaaf omzetbelasting van € 31.955 verzocht. De inspecteur heeft deze teruggaaf geweigerd. De rechtbank heeft dit standpunt van de inspecteur vervolgens bevestigd.

In geschil is of belanghebbende ondernemer is voor de omzetbelasting, of sprake is van een belaste verhuur, en in samenhang daarmee of de voorbelasting aftrekbaar is.

Het hof stelt voorop dat exploitatie van een vermogensbestanddeel om duurzaam opbrengst te verkrijgen een economische activiteit vormt. Het hof bevestigt het oordeel van de rechtbank. De omstandigheid dat de huurder een aan belanghebbende gelieerde vennootschap is doet daaraan niet af. De huurperiode van 25 jaar en de overeengekomen vergoeding maken dat geen sprake is van symbolische huur. Daarmee kan de verhuur als economische activiteit worden beschouwd en is belanghebbende ondernemer voor de omzetbelasting. Toch volgt daaruit niet dat sprake is van belaste verhuur. Omdat delen van het gehuurde (de hallen en het toilet op lagere verdiepingen) mede door de bewoners worden gebruikt, wordt de ruimte mede als woning aangewend. Hetzelfde geldt indien uitsluitend naar de zolderverdieping wordt gekeken, aangezien die ook de privé gebruikte wasmachine en droger bevat. Elke mate van gebruik als woning sluit belaste verhuur uit. Het argument van belanghebbende dat 90% zakelijk gebruik volstaat, vindt geen steun in de wet.

Met betrekking tot de mee verhuurde parkeerplaats overweegt het hof dat afzonderlijke beoordeling niet aan de orde is. De verhuur van de parkeerplaats is naar zijn aard zo nauw verbonden met de verhuur van de werkkamer en de overige ruimten dat sprake is van één economische prestatie; de woning met kantoorruimte vormt het hoofdelement. De vrijstelling voor verhuur van onroerende zaken geldt dan ook voor het geheel, inclusief de parkeerplaats.

Het hof concludeert dat de verhuur vrijgesteld is van omzetbelasting en dat de voorbelasting niet in aftrek komt.

(Hoger beroep ongegrond.)