Geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting omdat bedrijfsruimte geen woning is

Geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting omdat bedrijfsruimte geen woning is

Gegevens

Nummer
2025/1676
Publicatiedatum
29 oktober 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2025:3046
Rubriek
Belastingen van rechtsverkeer
Relevante informatie

Belanghebbende en zijn echtgenote hebben in 2023 een onroerende zaak gekocht en geleverd gekregen, waarvoor zij € 20.280 aan overdrachtsbelasting hebben voldaan, berekend naar het algemene tarief van 10,4%. Zij stellen dat de onroerende zaak een woning betreft zodat zij in aanmerking zouden moeten komen voor het verlaagde tarief van 2%. De inspecteur heeft dit standpunt afgewezen, omdat de onroerende zaak volgens hem was gebouwd en ingericht als bedrijfsruimte. De rechtbank past de maatstaf van de Hoge Raad toe uit arresten NTFR 2017/543 en NTFR 2019/2974 waarin is bepaald dat de aard van het bouwwerk bepalend is. Doorslaggevend is het doel waarvoor de onroerende zaak oorspronkelijk is ontworpen en gebouwd. Een pand dat niet voor bewoning is gebouwd, kan alleen als woning gelden als het zodanig is verbouwd dat het niet zonder ingrijpende aanpassing opnieuw voor ander gebruik geschikt zou zijn. Belanghebbende, die zich op het lage tarief beroept, draagt de bewijslast maar heeft die niet vervuld: hij heeft geen bewijsstukken of foto’s overgelegd waaruit blijkt dat de zaak na de bouw is verbouwd voor bewoning. De inspecteur heeft daarentegen foto’s getoond waaruit blijkt dat het pand uiterlijk en qua indeling nog steeds als kantoor fungeerde. Dat het pand een woonbestemming heeft, in een woonwijk ligt of door een makelaar als woning is aangeboden, maakt dit niet anders. De levering van de onroerende zaak is daarom terecht belast tegen het algemene tarief van 10,4%.

(Beroep ongegrond.)