HvJ Kosmiro: factoring in krediet- of cessie vorm is als inning één btw-belaste prestatie

HvJ Kosmiro: factoring in krediet- of cessie vorm is als inning één btw-belaste prestatie

Het Finse A Oy (‘Kosmiro’) is een factoringmaatschappij. Haar klanten doen een beroep op haar om onmiddellijk over de bedragen van hun nog niet vervallen vorderingen te kunnen beschikken, terwijl zij voor hen de incassowerkzaamheden verricht. Het gaat bij de vorderingen waarvoor factoring wordt toegepast om vorderingen die niet ter discussie staan. Kosmiro doet dit enerzijds via verpanding, d.w.z. in de vorm van een krediet, anderzijds in de vorm van cessie, d.w.z. in de vorm van koop waarbij het wanbetalingsrisico op Kosmiro overgaat. Klanten betalen verschillende vergoedingen: een financieringscommissie, een aanvangsvergoeding en diverse andere vergoedingen. De Finse rechter stelt aan het HvJ de vraag of hier sprake is van een prestatie tegen vergoeding, of deze prestatie valt onder de vrijstelling van art. 135 lid 1 onderdeel b en d BTW-richtlijn, en of deze bepaling een rechtstreekse werking kent.

Het HvJ oordeelt dat zowel bij de krediet- als de cessie-variant van deze factoringdiensten sprake is van een prestatie tegen vergoeding, waarbij de financieringscommissie en de aanvangsvergoeding de daadwerkelijke tegenwaarde vormen voor de prestatie. Beide zijn vergoedingen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan btw-heffing is onderworpen. De uitzondering op de vrijstelling van art. 135 lid 1 onderdeel d voor de ‘inning’ is onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig om rechtstreekse werking te hebben en kan derhalve door Kosmiro worden ingeroepen.