Ontvangen invaliditeitspensioen ziet op voorgaande jaren maar is belast in jaar van ontvangst

Ontvangen invaliditeitspensioen ziet op voorgaande jaren maar is belast in jaar van ontvangst

Gegevens

Nummer
2022/508
Publicatiedatum
25 april 2022
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:1116
Rubriek
Arbeid, loon en resultaat
Trefwoorden
genietingstijdstip, hardheidsclausule, middelingsregeling, onredelijk
Relevante informatie
Art. 13a, Wet LB 1964, Art. 3.146, Wet IB 2001

Het pensioenfonds van belanghebbende heeft in 2018 vastgesteld dat hij voor de jaren 2001 tot en met 2018 recht had op een invaliditeitspensioen. Het pensioen is volledig uitbetaald en belast in 2018. Belanghebbende stelt dat het deel van het pensioen dat betrekking heeft op de jaren 2001 tot en met 2017 onterecht in de aanslag IB/PVV 2018 is betrokken. Het hof is dat niet met belanghebbende eens. Het pensioenfonds heeft het recht op pensioen pas in 2018 erkend. Vóór 2018 was het dus niet inbaar. Belanghebbende beroept zich voorts op art. 13a, lid 2, Wet LB 1964. Volgens het hof ziet deze bepaling echter niet op belanghebbendes situatie nu hij geen zeggenschap had over het genietingstijdstip. Het hof begrijpt dat het volledig belasten van het invaliditeitspensioen in 2018 door belanghebbende wordt ervaren als onredelijk en onbillijk, omdat hij nu – in verhouding – zwaarder is belast en gebruikmaking van de middelingsregeling daaraan slechts ten dele tegemoet komt. Het hof mag de wetgeving echter niet toetsen op haar innerlijke waarde of billijkheid. Voor een eventueel beroep op de hardheidsclausule moet belanghebbende zich richten tot de minister van Financiën.

(Hoger beroep ongegrond.)