Nederlandse DJ heeft recht op voorkoming dubbele belasting voor inkomsten uit Amerikaanse LLC

Nederlandse DJ heeft recht op voorkoming dubbele belasting voor inkomsten uit Amerikaanse LLC

Gegevens

Nummer
2022/759
Publicatiedatum
23 juni 2022
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:3157
Rubriek
Internationaal en Europees
Trefwoorden
artiestenartikel, transparant lichaam, dubbele belasting
Relevante informatie
Art. 25 Verdrag Nederland - Verenigde Staten, Art. 18 Verdrag Nederland - Verenigde Staten

Belanghebbende woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. Belanghebbende is een wereldwijd optredend diskjockey. Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van een bv waarvan hij een loon geniet van € 213.007. Belanghebbende is tevens manager en enig member van een Amerikaanse LLC. De werkzaamheden in de VS lopen via deze LLC. De LLC ontvangt de gages en betaalt de kosten. Belanghebbende is volledig en direct gerechtigd tot de opbrengsten van de LLC en de opbrengsten worden jaarlijks uitgekeerd. De LLC is voor de VS transparant, voor Nederland een rechtspersoon. Belanghebbende heeft de inkomsten verkregen uit de LLC in zijn aangifte aangegeven als inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking. Belanghebbende heeft voor deze inkomsten verzocht om een voorkoming van dubbele belasting op basis van de vrijstellingsmethode. De inspecteur heeft dit geweigerd. Belanghebbende komt hiertegen in beroep.

In beroep doet belanghebbende een beroep op het zogeheten artiestenartikel van het belastingverdrag met de Verenigde Staten. Hij stelt daarbij de dat Amerikaanse belasting van hem is geheven en dat het gaat om economisch en juridisch dubbele heffing. De inspecteur stelt daarentegen dat de Verenigde Staten ten onrechte belasting hebben geheven. Nederland heeft namelijk het heffingsrecht en niet de Verenigde Staten, aldus de inspecteur.

De rechtbank verwerpt deze primaire stelling van de inspecteur. Gelet op het artiestenartikel van het belastingverdrag, mag de Verenigde Staten de inkomsten belasten. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat belanghebbende de van hem geheven Amerikaanse federal income tax deels kan verrekenen met zijn Nederlandse inkomstenbelasting. Nederland is op grond van art. 25 van het belastingverdrag verplicht om zijn inwoners een aftrek te verlenen voor de bestanddelen die volgens het artiestenartikel ook in de Verenigde Staten mogen worden belast. Wel kan verrekening enkel aan de orde zijn voor zover de inkomsten in de Verenigde Staten zijn belast en tevens in het Nederlandse belastbaar inkomen zijn opgenomen. De verrekening wordt naar rato vastgesteld.

(Beroep gegrond.)