Hedgeregeling btw is geen prijsvermindering, maar een afzonderlijke ondeelbare economische prestatie

Hedgeregeling btw is geen prijsvermindering, maar een afzonderlijke ondeelbare economische prestatie

Gegevens

Nummer
2023/360
Publicatiedatum
23 maart 2023
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:1474
Rubriek
Omzetbelasting
Relevante informatie
Art. 29 Wet OB 1968

Belanghebbende is de beheerder van de Hogesnelheidslijn in Nederland op het tracé Schiphol – Belgische grens (HSL-zuid). Voor de bouw en het beschikbaar houden van de HSL-zuid heeft belanghebbende een DBFM-overeenkomst (design, build, finance en maintenance) gesloten met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (ministerie). De bouw van de HSL-zuid vond plaats in de periode 2001 tot en met 2006.

Het ministerie heeft aan belanghebbende een concessie verleend voor het beschikbaar houden van de HSL-zuid tot 31 maart 2031. Voor de uitvoering van de werkzaamheden factureert belanghebbende zogenoemde Performance Payments (beschikbaarheidsvergoedingen) met omzetbelasting aan het ministerie. Deze beschikbaarheidsvergoedingen vormen een vergoeding voor de mate waarin de HSL-zuid beschikbaar is voor het gebruik ervan. De hoogte van de beschikbaarheidsvergoeding wordt onder meer bepaald door de financiering van de aanleg van de HSL-zuid door belanghebbende, die bestaat uit leningen met een vast en met een variabel rentepercentage. Voor de afdekking van het renterisico zijn belanghebbende en het ministerie een hedge-regeling overeengekomen. De beschikbaarheidsvergoedingen worden halfjaarlijks aangepast op basis van de hedge-regeling. In de hedge-regeling zijn belanghebbende en het ministerie overeengekomen dat het renterisico voor het variabele deel van de leningen voor een bepaalde periode bij het ministerie ligt. Voor de hedge-regeling wordt gerekend met een vaste rente van 4,25%. Indien de variabele rente daalt naar minder dan 4,25%, dan moet belanghebbende het verschil tussen de variabele rente en de afgesproken 4,25% betalen aan het ministerie. Als de variabele rente hoger is dan 4,25% dan betaalt het ministerie het verschil tussen de variabele rente en de afgesproken 4,25% aan belanghebbende. Omdat de variabele rente in het derde kwartaal van 2017 lager was dan 4,25% heeft belanghebbende op grond van de hedge-regeling een bedrag van € 9.113.900, vermeerderd met een bedrag van € 1.913.938 aan omzetbelasting, betaald aan het ministerie. Deze omzetbelasting heeft eiseres in de aangifte voor het derde kwartaal 2017 in aftrek gebracht.

Volgens belanghebbende is hier sprake van een prijsvermindering in de zin van art. 29 lid 1 Wet OB met als gevolg dat zij recht heeft op een teruggaaf van de in dit bedrag begrepen omzetbelasting. De inspecteur is van mening dat er sprake is van een afzonderlijke dienst, namelijk het afdekken van het renterisico, van het ministerie aan belanghebbende. De vergoeding die belanghebbende aan het ministerie heeft betaald, houdt rechtstreeks verband met de hoofdsom van de leningen en de actuele rentestand. De betaling houdt geen rechtstreeks verband met de bouw en het beschikbaar houden van de HSL-zuid, aldus nog steeds de inspecteur, met als gevolg dat hij een naheffingsaanslag heeft opgelegd tot een bedrag van € 1.913.938.

Rechtbank Noord-Holland concludeert dat het afdekken van het renterisico bij dit soort projecten geen uitzondering is en dat nu is gekozen voor een hedge-regeling tussen partijen, ondanks dat dat net zo goed bij een derde kon worden ondergebracht. Hier is dat niet gebeurd, omdat het niet makkelijk was een marktpartij te vinden en omdat een hedge-regeling bij een derde waarschijnlijk tot hogere financieringskosten en daarmee tot een hogere beschikbaarheidsvergoeding zou leiden. Volgens de rechtbank maakt belanghebbende niet aannemelijk dat haar betaling aan het ministerie verband houdt met haar verplichtingen uit hoofde van het DBFM-contract. Deze betaling houdt alleen verband met de verplichting uit hoofde van de hedge-regeling. Er is dus geen sprake van een vermindering van de vergoeding voor de prestatie van belanghebbende met betrekking tot het beschikbaar houden van de infrastructuur. Dat betaald wordt via een verrekeningsmechanisme, maakt niet dat niet anders.

(Beroep ongegrond.)