Belastingdienst heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens advocaat
Belastingdienst heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens advocaat
Gegevens
- Nummer
- 2023/1383
- Publicatiedatum
- 3 oktober 2023
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Formeel belastingrecht
- Relevante informatie
Belanghebbende is werkzaam als advocaat en bij hem is een boekenonderzoek ingesteld. Op basis van de opgedane bevindingen is een informatiebeschikking gegeven. Uit de aangiften IB/PVV en btw is gebleken dat belanghebbende zich niet heeft gehouden aan de administratieplicht. Zo is onder meer de administratie opgemaakt in Word en waren op het geprinte document alleen de bedragen van de gemaakte kosten vermeld. Bovendien is niet voldaan aan de bewaarplicht. Het bezwaar tegen de informatiebeschikking is afgewezen. Naar aanleiding van het boekenonderzoek zijn navorderingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd. Belanghebbende wenst in dat kader fysiek te worden gehoord. Daarop heeft de inspecteur aangegeven dat dit niet mogelijk is in verband met de regelgeving omtrent COVID-19. Daarbij heeft de inspecteur aangegeven dat telefonisch horen wel mogelijk is en dat in het geval belanghebbende alleen fysiek wil worden gehoord, de afdoening van de bezwaarschriften zal moeten worden uitgesteld. Volgens belanghebbende is telefonisch horen geen zorgvuldige behandeling van de bezwaren met een ingebrekestelling en dwangsom als gevolg. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan inzake de navorderingsaanslagen IB/PVV zonder belanghebbende (telefonisch) te horen. Het verzoek om een dwangsom is daarbij afgewezen. In hoger beroep is in geschil of de naheffingsaanslag, de navorderingsaanslagen en de vergrijpboetes terecht en juist zijn en of de verzoeken om een dwangsom en een schadevergoeding terecht zijn afgewezen. Belanghebbende heeft zijn (in hoger beroep herhaalde) verwijten over onrechtmatig handelen door (medewerkers van) de Belastingdienst (zoals het achterhouden van stukken, indienen van leugenachtige stukken, verzinnen van een eindverslag, enz.) tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur, niet aannemelijk gemaakt. Het (in hoger beroep herhaalde) verzoek om aanvulling, dan wel completering van het dossier, treft evenmin doel. Belanghebbende heeft zijn stelling dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft ingebracht, tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur onder verwijzing naar de reeds overgelegde stukken, niet aannemelijk gemaakt. De enige concrete aanwijzing die belanghebbende geeft berust op een onjuiste lezing van het controlerapport. Dat deze rapportage pas ruim na het eerste bezoek is afgerond, is veroorzaakt door de procedure rond de afgegeven informatiebeschikking en de daarop volgende weigering van belanghebbende om verder mee te werken aan de controle, en dat kan de Belastingdienst niet worden tegengeworpen. De slotsom is dat het hoger beroep van belanghebbende geen doel treft en de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.
(Hoger beroep ongegrond.)