Zweedse bronheffing over dividenden betaald aan Finse pensioeninstellingen in strijd met het vrije kapitaalverkeer
Zweedse bronheffing over dividenden betaald aan Finse pensioeninstellingen in strijd met het vrije kapitaalverkeer
Gegevens
- Nummer
- 2024/690
- Publicatiedatum
- 18 april 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Internationaal en Europees
- Relevante informatie
- Art. 63 VWEU
Keva en twee andere fondsen, de verzoekers, behoren tot de (publiekrechtelijke) instellingen die het bedrijfspensioenstelsel in Finland beheren. Zij zijn in Finland vrijgesteld van (inkomsten)belasting. Tussen 2003 en 2016 ontvingen zij dividenden op aandelen van in Zweden gevestigde vennootschappen. Over die uitbetaalde dividenden geldt in Zweden een bronheffing van 30%, die tot 15% wordt teruggebracht op grond van het belastingverdrag tussen de Noordse staten. Omdat zij in Finland zijn vrijgesteld van belasting konden verzoekers de Zweedse bronheffing niet verrekenen, waardoor de 15% bronheffing eindheffing was. Zij hebben bij de Zweedse belastingdienst om terugvordering van de belasting verzocht, omdat in Zweden gevestigde algemene pensioenfondsen als onderdeel van de Zweedse overheid, in een vergelijkbare situatie zijn vrijgesteld van Zweedse belastingheffing over dividenden. Het verzoek over strijdigheid met art. 63 VWEU heeft de Zweedse belastingdienst afgewezen omdat verzoekers niet in een objectief vergelijkbare situatie zouden verkeren. Verzoekers zijn tegen de afwijzing in beroep gegaan en de Zweedse rechter besluit vervolgens prejudiciële vragen aan het HvJ te stellen. Volgens A-G Collins houdt het door Zweden gemaakte onderscheid in beginsel een beperking van het vrije verkeer van kapitaal in. Om te beoordelen of personen zich in objectief vergelijkbare omstandigheden verkeren, is het niet noodzakelijk dat zij zich in identieke omstandigheden moeten bevinden. Criteria waarmee bij de vergelijkbaarheid rekening moet worden gehouden zijn hun respectievelijke doelen, functies en kerntaken, het regelgevingskader waarbinnen zij opereren en de kenmerken van hun organisatie. De belastingvrijstelling voor de Zweedse overheid lijkt tot doel te hebben de beperking van de administratieve lasten. Dit kan niet als dwingende reden van algemeen belang worden aangevoerd om de beperking van het vrij verkeer van kapitaal te rechtvaardigen.
Conclusie A-G Collins 21 maart 2024, ECLI:EU:C:2024:265 (Keva)