Jaar van afboeking HIR leidend voor toepassing sanctieregeling art. 15ai Wet Vpb 1969
Jaar van afboeking HIR leidend voor toepassing sanctieregeling art. 15ai Wet Vpb 1969
Gegevens
- Nummer
- 2024/1303
- Publicatiedatum
- 31 juli 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Vennootschapsbelasting/Dividendbelasting
- Relevante informatie
- Art. 15 ai Wet Vpb 1969, Art. 3.54 Wet IB 2001
Belanghebbende vormt sinds 2009 een fiscale eenheid met haar dochtermaatschappij. In 2009 heeft belanghebbende grond aangekocht voor de bouw van een nieuw bedrijfspand. Nieuwbouw heeft in 2011 en 2012 plaatsgevonden. In 2012 tot en met 2014 is het oude bedrijfspand gesloopt. De grond is verkocht als vijf percelen bouwgrond voor woningen. De verkopen hebben plaatsgevonden onder ontbindende voorwaarden. De ontbindende voorwaarden zijn verplichtingen voor de verkoper, zoals bestemmingswijziging van het perceel, sloop van de opstallen, sanering en bouwrijp maken en de aanleg van nutsvoorzieningen en wegen. Levering van vier van de percelen heeft plaatsgevonden in februari 2013. De koopsommen zijn voldaan in 2014. Belanghebbende heeft voor het jaar 2014 een HIR gevormd en die afgeboekt op de boekwaarde van de in 2009 gekochte grond. In 2019 is de fiscale eenheid verbroken. In geschil is of de sanctieregeling van art. 15ai Wet Vpb 1969 van toepassing is en dus het bedrag van de herinvesteringsreserve in 2019 in het belastbaar bedrag is begrepen. Belanghebbende stelt dat de sanctietermijn aanvangt in 2009, het jaar van de aanschaf van de grond waarop de HIR is afgeboekt. De rechtbank verwerpt dit standpunt. Uit art. 15ai lid 1 Wet Vpb 1969 volgt dat sanctieregeling van toepassing is op de HIR en stille reserves. De HIR is in 2014 gevormd en afgeboekt en 2014 geldt daarom als beginjaar van de sanctietermijn. Belanghebbende stelt dat op grond van goedkoopmansgebruik de winst van vier van de vijf percelen al in 2013 had moeten plaatsvinden omdat de percelen toen al waren geleverd. Daarom had reeds in dat jaar de HIR gevormd moeten worden. De rechtbank verwerpt ook die stelling. In 2013 was namelijk nog niet aan alle voorwaarden voldaan waardoor de koop nog ontbonden kon worden.
(Beroep ongegrond.)