Geen of lager gebruikelijk loon dan € 20.000 niet aannemelijk gemaakt
Geen of lager gebruikelijk loon dan € 20.000 niet aannemelijk gemaakt
Gegevens
- Nummer
- 2025/826
- Publicatiedatum
- 14 mei 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Arbeid, loon en resultaat
- Relevante informatie
Belanghebbende is bestuurder en enig aandeelhouder van A bv. Zij heeft in 2019 geen loon ontvangen van A bv en voor 2019 aangifte gedaan naar een negatief belastbaar inkomen uit werk en woning. A bv heeft voor 2019 geen aangifte Vpb gedaan. Volgens de aangiften Vpb 2018 en 2020 was het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering van A bv negatief. A bv heeft over 2019 aangiften OB ingediend waarin een bedrag van € 43.199 aan ‘omzet prestaties uit buitenland’ is verantwoord. De inspecteur is afgeweken van de aangifte van belanghebbende door onder meer een gebruikelijk loon van € 45.000 in aanmerking te nemen. Belanghebbende stelde bij de rechtbank dat zij in 2019 geen inkomen heeft genoten, dat haar werkzaamheden nagenoeg nihil waren, dat A bv geen omzet heeft behaald en dat de in de aangifte van A bv vermelde omzet een vergissing van haar boekhouder betreft. De rechtbank hecht geloof aan de verklaringen van belanghebbende en neemt een gebruikelijk loon van nihil in aanmerking. De inspecteur stelt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat geen gebruikelijk loon in aanmerking hoeft te worden genomen. Gelet op de magere resultaten van A bv ziet hij wel aanleiding om uit te gaan van een gebruikelijk loon van € 20.000.
In hoger beroep overweegt het hof dat op belanghebbende de last rust te bewijzen dat een lager bedrag aan gebruikelijk loon dan € 45.000 in aanmerking moet worden genomen. Het hof oordeelt dat zij niet aan deze bewijslast heeft voldaan. De stelling van belanghebbende dat de in de aangiften omzetbelasting van A bv aangegeven omzet het gevolg is van een boekhoudkundige fout, is, gelet op de gemotiveerde betwisting van de inspecteur, onvoldoende om te twijfelen aan de aangegeven omzet. Gesteld noch gebleken is dat iemand anders werkzaamheden voor A bv heeft verricht. Het hof acht dan ook aannemelijk dat belanghebbende, ondanks haar psychische klachten, werkzaamheden heeft verricht voor A bv waarvoor zij een gebruikelijk loon in aanmerking had moeten nemen. Zij heeft onvoldoende aangevoerd op grond waarvan moet worden geoordeeld dat het gebruikelijk loon op een lager bedrag dan € 20.000 moet worden bepaald.
(Hoger beroep gegrond.)