Nederland exclusief heffingsbevoegd over werkzaamheden op schepen die pijpleidingen leggen en platforms verwijderen

Nederland exclusief heffingsbevoegd over werkzaamheden op schepen die pijpleidingen leggen en platforms verwijderen

Gegevens

Nummer
2025/973
Publicatiedatum
12 juni 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:3322
Rubriek
Internationaal en Europees
Relevante informatie

Belanghebbende woont in Nederland en is in dienstbetrekking bij een in Zwitserland gevestigd bedrijf. Hij heeft tussen 1 november 2010 en 1 november 2018 werkzaamheden verricht aan boord van schepen van een met de werkgever gelieerd bedrijf. De belangrijkste werkzaamheden zijn het leggen van pijpleidingen en het verwijderen van platforms. In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting als bedoeld in art. 15, lid 3 Verdrag Nederland-Zwitserland.

De rechtbank oordeelt dat uit het OESO-commentaar op art. 15 OESO-Modelverdrag volgt dat de toewijzingsregel samenhangt met en is gebaseerd op het principe van art. 8 OESO-Modelverdrag. Het ziet volgens het OESO-commentaar op winsten die rechtstreeks samenhangen met commercieel vervoer van personen en goederen per schip in het internationaal verkeer en de daarmee samenhangende activiteiten. Bij belanghebbende kan niet worden gezegd dat de resultaten van de schepen waarop hij heeft gewerkt rechtstreeks verband houden met het vervoer van personen en goederen per schip. Het vervoer van personen en goederen is bijkomstig aan de hoofdactiviteit, het leggen van pijpleidingen en verwijderen van platforms. Gelet op het belastingverdrag heeft Nederland het exclusieve heffingsrecht over de looninkomsten van belanghebbende. Het verzoek van de inspecteur om een kostenvergoeding wordt door de rechtbank afgewezen. Het rechtsmiddel van beroep is niet evident ingesteld voor een ander doel dan waarvoor de bevoegdheid is gegeven en belanghebbende heeft niet eerder een vergelijkbare zaak bij de rechtbank aanhangig gemaakt.

(Beroepen ongegrond.)