Geen ambtelijk verzuim ondanks uitworp aangifte
Geen ambtelijk verzuim ondanks uitworp aangifte
Gegevens
- Nummer
- 2025/974
- Publicatiedatum
- 12 juni 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Formeel belastingrecht
- Relevante informatie
Belanghebbende is gepensioneerd en buitenlands belastingplichtige. Hij ontving in 2020 inkomsten uit Nederland. In zijn aangifte IB heeft hij deze inkomsten aangegeven als inkomsten uit vroegere dienstbetrekking. De bewuste aangifte is door het geautomatiseerd systeem van de Belastingdienst uitgeworpen. De inspecteur heeft verklaard dat dit was omdat sprake was van een inconsistentie in de aangifte, wat een puur administratieve handeling is die wordt uitgevoerd door een medewerker van de Centrale Administratieve Processen. De aanslag is uiteindelijk conform de aangifte op nihil vastgesteld. Later vraagt belanghebbende de inspecteur om een inkomensverklaring. De inspecteur vraagt belanghebbende daarbij om nadere informatie. Uit die informatie blijkt dat één inkomstenbron een nabetaling uit een bonusregeling betreft, die tijdens het dienstverband van belanghebbende is verworven. Het zijn dus inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking waarover Nederland het heffingsrecht heeft. Door middel van een navorderingsaanslag heeft de inspecteur deze inkomsten alsnog in de heffing betrokken.
In geschil is of de inspecteur een nieuw feit heeft. De rechtbank oordeelt van wel. De rechtbank stelt vast dat bij controle is gesignaleerd dat er een probleem was met het in de aangifte ingevulde tarief van 0%. Conform werkafspraken is op grond van deze signalering geen nader onderzoek ingesteld. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat de mogelijkheid dat de nagevorderde inkomsten inkomsten uit vroegere dienstbetrekking zijn, niet onwaarschijnlijk is, mede omdat belanghebbende sinds 2009 gepensioneerd is. Dat over de inkomsten de witte tabel is toegepast, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. De inspecteur was niet gehouden tot nader onderzoek. Als de inkomsten wel degelijk inkomsten uit vroegere dienstbetrekking waren geweest, dan had Nederland geen heffingsrecht gehad en zou de heffing nihil zijn geweest. De later ontvangen informatie vormt een nieuw feit.
(Beroep ongegrond.)