Geen proceskostenvergoeding als voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep vervalt

Geen proceskostenvergoeding als voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep vervalt

Gegevens

Nummer
2025/983
Publicatiedatum
13 juni 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:897
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie

De staatssecretaris heeft cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van hof Arnhem-Leeuwarden van 20 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10935. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en daarbij voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Verder heeft belanghebbende in het principale beroep een conclusie van dupliek ingediend en heeft hij in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend. De staatssecretaris heeft nadien het (principale) cassatieberoep ingetrokken. Belanghebbende heeft op de voet van art. 29f AWR verzocht om een proceskostenvergoeding. De Hoge Raad veroordeelt de staatssecretaris in de kosten van het principale cassatieberoep van in totaal € 3.628 (verweerschrift (2 pt), dupliek (2 pt), waarde per punt € 907). Aangezien belanghebbende het incidentele cassatieberoep voorwaardelijk had ingesteld, komt dit beroep op grond van art. 8:112 lid 2 Awb te vervallen. Daarom ziet de Hoge Raad geen aanleiding daarvoor een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Deze samenvatting ziet ook op HR 13 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:900, nr. 23/00328.