Niet expliciet voorhouden van andere aangiften betekent dat grootschalige fraude niet kan worden aangenomen
Niet expliciet voorhouden van andere aangiften betekent dat grootschalige fraude niet kan worden aangenomen
Gegevens
- Nummer
- 2025/1042
- Publicatiedatum
- 30 juni 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Formeel belastingrecht
- Relevante informatie
Aan een belastingadviseur is ten laste gelegd dat hij namens belastingplichtigen 16 aangiften heeft ingediend met te hoge of gefingeerde aftrekposten. Aan de adviseur wordt een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, opgelegd. Bij de bepaling van de straf heeft de strafkamer van hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2022:3336) rekening gehouden met cijfers van de Belastingdienst waaruit blijkt dat ruim 300 door verdachte ingediende belastingaangiften opnieuw zijn beoordeeld en dat naar aanleiding daarvan navorderingsaanslagen zijn opgelegd, en dat in bijna 80% van de door verdachte ingediende belastingaangiften zorgkosten zijn geclaimd. Het hof heeft daarbij geoordeeld dat sprake is van een duidelijk patroon van op zeer grote schaal valselijk ingevulde aftrekposten en is daarom bij de strafoplegging uitgegaan van een fors nadeelbedrag. Het hof heeft geoordeeld dat op grond van het verhandelde ter zitting aannemelijk is geworden dat sprake is van grootschalig karakter van het bewezenverklaard delict. In veel meer gevallen dan in de specifieke gevallen vermeld in de bewezenverklaring, is sprake van fiscale fraude. Ondanks dat de raadsvrouw van de belastingadviseur uitdrukkelijk heeft betwist dat bij die andere aangiften sprake is geweest van valselijk opgemaakte aangiften, heeft het hof geoordeeld dat het grootschalige karakter een omstandigheid betreft die voor de straftoemeting relevant is.
In cassatie vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het hof wat betreft de strafoplegging. Volgens de Hoge Raad is het oordeel van het hof over de grootschalige fraude, mede in het licht van de betwisting door de raadsvrouw, niet zonder meer begrijpelijk. De zaak wordt teruggewezen naar hof Amsterdam om de zaak opnieuw te bezien en af te doen.