Aflevering 5

In dit artikel wordt ingegaan op de arresten van 20 februari 2009 over het al dan niet handhaven van conserverende aanslagen. Daarbij was niet (langer) de conserverende aanslag in geschil in relatie tot het EG-Verdrag, maar de verhouding van de Nederlandse regeling ten opzichte van de van toepassing zijnde belastingverdragen. Daarnaast wordt in dit artikel ingegaan op de conclusie van A-G Wattel van 10 februari 2009 in de lopende procedure Renneberg met betrekking tot de aftrek van negatieve inkomsten uit een buitenlandse woning.

Inmiddels is nagenoeg iedereen het er wel over eens dat de Nederlandse economie zich in een malaise bevindt. De regering is zich daar goed bewust van en heeft in dat kader een aantal maatregelen voorgesteld. Een aantal treedt reeds nu in werking, andere maatregelen worden behandeld bij het Belastingplan 2010 in september 2009. Ook ondernemers voelen de bui hangen en willen daarom de crisis een stap voor zijn. En een ondernemer zou geen ondernemer zijn als hij niet inventief zou zijn om een passende oplossing te bedenken om de crisis te lijf te gaan. De laatste tijd passeren veel maatregelen en voorstellen de revue, die werknemers raken. En wellicht zitten er onbewust meer haken en ogen aan sommige voorstellen dan menigeen denkt. Een aantal van deze maatregelen passeren hierna de revue.

In deze maanden van crisis passeren veel zaken die bij het te boven komen daarvan een bijdrage zouden kunnen of moeten leveren. De overheid zoekt naar mogelijkheden om de economie te stimuleren en het financiële systeem weer goed te laten werken, daarbij zijn er geen taboes. Dus ook een mogelijke beperking van de aftrek van hypotheekrente maakte deel uit van de zoektocht, maar uiteindelijk niet van het crisisplan dat het kabinet presenteerde. Op dit moment zou morrelen aan de aftrek van de hypotheekrente vermoedelijk ook geen bijdrage leveren aan het vertrouwen dat nodig is om de economie weer op orde te krijgen. Maar de aftrek van hypotheekrente staat al jaren ter discussie en misschien moet de discussie over de regelingen rond de eigen woning eindelijk eens gevoerd worden.

Alweer een column die de economische crisis als onderwerp of startpunt neemt. De crisis wordt zo langzamerhand een sleets onderwerp. Er gaat immers geen dag voorbij of dit thema is weer prominent aanwezig op de voorpagina’s van de kranten of in het journaal en de actualiteitenrubrieken. Tot vervelens toe. Daar komt nog bij dat, door de gretigheid waarmee de crisis in de media wordt opgepakt, het beeld ontstaat dat de media ook zelf een niet onbelangrijke bijdrage leveren aan de malaise waarin wij verkeren. Uiteraard kan op deze bewering wel wat worden afgedongen, maar feit is wel dat de enorme media-aandacht voor de crisis het vertrouwen in de toekomst onder de burgerij niet bepaald vergroot.

De Hoge Raad heeft op 16 januari 2009 (nr. 07/12243, NTFR 2009/249) arrest gewezen inzake de belastbaarheid van het pensioen van een internationale organisatie. Het arrest is bijzonder omvangrijk en voor een niet-pensioenspecialist lastig te doorgronden. Toch is het een belangrijk arrest in het bijzonder voor belastingplichtigen die werken, dan wel gewerkt hebben, bij een internationale organisatie. De stelling die de Nederlandse belastingdienst inneemt, dat uitkeringen uit dergelijke pensioenen volledig in de belastingheffing moeten worden betrokken, wordt door de Hoge Raad toch behoorlijk genuanceerd. Het kan zelfs leiden tot volledige onbelastbaarheid!

Onlangs heeft Hof AmsterdamHof Amsterdam 16 januari 2009, nr. 08/00327, 08/00328, 08/00329. beslist dat het sluiten van een renteovereenkomst door de erfgenamen waarin werd afgeweken van de testamentaire rente moest worden aangemerkt als een schenking. In de praktijk was het al enige tijd onduidelijk of het nader overeenkomen van een afwijkende rente een schenking (door doorgaans de langstlevende partner aan het kind) inhoudt of dat sprake is van een situatie die onder artikel 1, tweede lid, Successiewet 1956 (hierna: ‘SW 1956’) valt. Aan de hand van de uitspraak van het hof gaan wij hieronder nader in op na het overlijden overeengekomen rentevergoedingen.