FTV 2025/28 - Breukdelengemeenschap en wetsvoorstel art. 11 lid 4 Successiewet 1956
Aflevering 10, gepubliceerd op 27-10-2025 geschreven door mr. drs. J.A. BultOp 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad het breukdelenarrest gewezen.1 In dit arrest werd kort gezegd geoordeeld dat bij het aangaan van een breukdelengemeenschap in het zicht van overlijden geen sprake was van fraus legis nu het niet ‘zo goed als zeker’ was welke echtgenoot als eerste zou overlijden. Tevens bleek uit dit arrest dat de fictiebepaling van art. 11 lid 4 Successiewet 1956 niet van toepassing was in het geval van ongelijke breukdelen. De wetgever acht het ongewenst dat middels het huwelijksvermogensrecht schenk- of erfbelasting wordt ontgaan.2 Daarom is voorgesteld art. 11 lid 4 SW aan te passen. In deze bijdrage bespreek ik dit wetsvoorstel en de toepassing hiervan in een aantal gevallen.3