Aflevering 12

Wanneer echtgenoten gezamenlijk een onderneming drijven, kan de vraag rijzen wat de verhouding is tussen de regels van hun zakelijk juridische samenwerkingsverband en hun huwelijksvermogensrechtelijke regime. Anders gezegd: welke juridische regeling gaat in geval van botsende regelingen voor?

Het Hof Amsterdam oordeelt op 4 februari 2020 over een klacht tegen een notaris. De klacht is ingesteld door een cliënt die – vanwege zijn detentie - zijn zuster bij de betrok-ken notaris een notariële algemene volmacht heeft verstrekt. De volmacht omvatte de bevoegdheid om registergoederen te verkopen en te leveren. Gebruikmakend van de volmacht, tekent de zuster drie maanden nadien, bij dezelfde notaris, een akte van leve-ring van een garagebox van volmachtgever.

De in deze bijdrage te bespreken en door de Hoge Raad op 6 maart 2020 (ECLI:NL:HR:2020:382) berechte kwestie betreft in zekere zin een vervolg op de be-schikking van 29 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1020). In de procedure uit 2020 stond de vraag centraal hoe om moet worden gegaan met een gebrekkige ontsluitingssituatie, ont-staan door een wettelijke herverkaveling. Dient deze situatie bij de vaststelling van de lijst der geldelijke regelingen (hierna: LGR) te worden meegenomen, waardoor financiële compensatie voor de ongunstige situatie mogelijk is? De notaris, werkzaam in de (agrari-sche) registergoedpraktijk, dient op te hoogte te zijn van de – voor de notariële praktijk van belang zijnde – lessen uit deze uitspraak.

De Notariskamer van het Hof Amsterdam heeft op 23 juni 2020 beslist dat het BFT het notariële tuchtrecht naast de bestuursrechtelijke sanctiemogelijkheden uit de Wwft mag gebruiken om niet-naleving van de Wwft door een notaris te bestraffen. De uitspraak wordt besproken en becommentarieerd.

Wanneer de volgorde waarin twee of meer personen zijn overleden niet kan worden bepaald, worden die personen geacht gelijktijdig te zijn overleden en valt aan de ene persoon geen voordeel uit de nalatenschap van de andere ten deel. Deze regel wordt aangeduid als de ‘commoriëntenregel’. In deze bijdrage becommentarieer ik de uitspraak van het Hof Den Haag van 12 mei 2020 (ECLI:NL:GHDHA:2020:891). Deze zaak gaat over het echtpaar dat kort na elkaar op huwelijksreis in de Dominicaanse Republiek overleed. Het zal u niet zijn ontgaan dat deze zaak veel aandacht in de media heeft gekregen.

In deze rubriek wordt opgenomen hetgeen op civielrechtelijk gebied door Notafax is bericht, maar (nog) niet in JBN is besproken.