Aflevering 3

Het register verwijst naar het nummer bij het bericht.

Sinds het Hof van Justitie van de EU een aantal belangrijke arresten heeft gewezen op het terrein van grensoverschrijdende mobiliteit van vennootschappen binnen de EU, is het nu de EU-wetgever die aan zet is geweest. Richtlijn (EU) 2019/2121 is met ingang van 1 januari 2020 van kracht geworden en bevat onder andere regels omtrent grensoverschrijdende omzettingen. Hoewel deze regels nog in de nationale wetgevingen van de lidstaten van de EU moeten worden geïmplementeerd, worden in deze bijdrage de meest in het oog springende bepalingen van deze richtlijn omtrent grensoverschrijdende omzetting uiteengezet, die nieuw zijn ten opzichte van de huidige praktijk met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen.

Op 22 november 2019 heeft de Hoge Raad een nieuw arrest toegevoegd aan de reeks van arresten waarin het bepaaldheidsvereiste nadere duiding krijgt. Te verpanden goederen moeten door de pandakte in voldoende mate worden bepaald. Thans heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de vraag welke maatstaf moet worden aangelegd bij de beoordeling van de vraag of aan dit vereiste is voldaan. Het antwoord luidt: een objectieve maatstaf. De subjectieve partijbedoelingen zijn niet relevant.

Occupatie van andermans grond levert een onrechtmatige daad op. Levering van die strook grond aan de oorspronkelijke eigenaar is dan een passende wijze van schadevergoeding.

Indien een uiterste wilsbeschikking niet eenduidig is, dient deze op grond van art. 4:46 BW uitgelegd te worden. Is de uiterste wil gemaakt onder een onjuiste beweegreden dan is deze krachtens art. 4:43 lid 2 BW vernietigbaar.

In deze rubriek wordt opgenomen hetgeen op civielrechtelijk gebied door Notafax is bericht, maar (nog) niet in JBN is besproken. Bijbehorende trefwoorden zijn in het register opgenomen. De nummers voor de berichten corresponderen met dat van het desbetreffende bericht in Notafax.