Aflevering 9

Een verkoper bedingt in een koopovereenkomst een bedenktijd als bedoeld in art.7:2 lid 2 BW om aldus in een gelijkwaardige positie ten opzichte van de koper van die woning te komen. Vervolgens maakt de verkoper ook gebruik van de bedenktijd en ontbindt het koopcontract om de woning vervolgens opnieuw te verkopen, waarschijnlijk tegen een hogere koopprijs. Het hof oordeelt dat hier sprake is van misbruik van bevoegdheid door de verkoper.

Een man overlijdt, zijn partner is enig – bezwaarde – erfgename, zij aanvaardt zuiver. Erflater heeft een van zijn kinderen (een zoon) onterfd. De zoon doet een beroep op zijn legitieme, die ingevolge art. 4:82 BW pas opeisbaar is na het overlijden van de partner. Na het overlijden van de partner kan de legitieme vordering niet volledig worden afgelost uit hetgeen van erflaters nalatenschap resteert. Nu de partner de nalatenschap van erflater zuiver had aanvaard, meent de onterfde zoon het restant bij de erfgenamen van de partner te kunnen opeisen. Rechtbank en hof wijzen de vordering af. Maar waarom komt art. 4:87 lid 5 BW in de uitspraken niet voor?

In deze bijdrage staat een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2020 inzake XS4ALL centraal (ECLI:NL:GHAMS:2020:1639). Het hof buigt zich over de casus waarbij een bestuurder van een besloten vennootschap een (mondelinge) duurovereenkomst sloot met een tweetal stichtingen, waarvan hij tevens bestuurder was. Het hof toetst aan de hand van het zogeheten Bruil-criterium of sprake was van een tegenstrijdig belang van deze bestuurder met dat van de besloten vennootschap. Naar het oordeel van het hof was van een tegenstrijdig belang geen sprake.

In haar vonnis van 7 juli 2020 oordeelt de voorzieningenrechter rechtbank Limburg (ECLI:NL:RBLIM:2020:4891) dat een bepaalde passage in een voorliggend echtscheidingsconvenant tevens kwalificeert als een buiten vergadering genomen schriftelijk aandeelhoudersbesluit. De notaris dient zich ervan bewust te zijn dat een door hem/haar opgesteld schriftelijk stuk, hoewel opgesteld met een ander doel dan het nemen van een schriftelijk aandeelhoudersbesluit, toch zo’n besluit kan bevatten.

In deze rubriek wordt opgenomen hetgeen op civielrechtelijk gebied door Notafax is bericht, maar (nog) niet in JBN is besproken.