Aflevering 10

In uitgave 2010, nr. 2 van het Maandblad Belasting Beschouwingen geeft J. Adeler een beschrijving van de wijzigingen in de Nederlands-Antilliaanse winstbelasting. Naast een herhaling van hetgeen hij reeds beschreef in zijn artikel ‘Aangekondigde wijzigingen in de Nederlands-Antilliaanse winstbelasting’ in MBB 2007, nr. 3, beschrijft Adeler de wijzigingen die nadien in het betreffende wetsvoorstel zijn opgenomenTussen de aankondiging van de betreffende wetswijzigingen en het daadwerkelijk worden van wet heeft dan ook de nodige tijd gezeten..

In deze bijdrage wordt ingegaan op de regeling inzake fiscale inlichtingenuitwisseling zoals opgenomen in het nieuwe belastingverdrag tussen Zwitserland en Nederland. Centraal staat de vraag of het Zwitserse bankgeheim is aangetast door het nieuwe belastingverdrag.

In een eerdere bijdrageMBB 2010, nr. 3, p. 91-102. zijn wij ingegaan op de per 1 januari 2010 ingevoerde wijzigingen in de sfeer van de deelnemingsvrijstelling als gevolg van de Wet overige fiscale maatregelen 2010 (‘OFM 2010’). In de parlementaire geschiedenis van deze wet is aangegeven dat het beleid zoals dat gold onder het tot 1 januari 2010 geldende deelnemingsregime zal moeten worden gewijzigd en/of aangevuld. Op 12 juli 2010 heeft de minister van Financiën daartoe het geactualiseerd besluit over de deelnemingsvrijstelling gepubliceerd (het ‘Besluit’).Besluit van 12 juli 2010, nr. DGB2010/2154M, NTFR 2010/1761, V-N 2010/36.2.Dit Besluit vervangt het besluit van 26 februari 2008, nr. CPP2008/257M, NTFR 2008/541, BNB 2008/121 (het ‘besluit van 26 februari 2008’) en werkt terug tot 1 januari 2010.

Dit artikel analyseert de EU-rechtelijke mogelijkheden van lidstaten om als bronstaat een beroep op de vestigingsvrijheid te onthouden aan EU-doorstroomlichamen in geval van dividendbelastingbesparende constructies. De door 4 EU-lidstaten getroffen constructiebestrijdingsmaatregelen worden getoetst aan de EU-rechtelijke mogelijkheden. Tot slot worden aanbevelingen gedaan voor de wijze waarop lidstaten met eerbiediging van het EU-recht zulke constructies kunnen tegengaan.