MBB 2011, afl. 6 - Vermogensetikettering en panden
Aflevering 6, gepubliceerd op 01-06-2011 geschreven door Mr. A.M.A. de BeerDe etikettering van panden betreft een boeiend deelgebied van de vermogensetikettering, niet in de laatste plaats vanwege het brede scala van etiketteringsvraagstukken dat panden oproepen. In de afgelopen jaren is een aantal belangwekkende arresten gewezen op dit terrein. Meest in het oog springend is het vierluik van 13 juli 2007 inzake de etikettering van woonwinkelpanden. Dat heeft een vervolg gekregen met het arrest van 17 september 2010. Het oordeel dat de Hoge Raad hierin heeft geveld, heeft de nodige fiscale pennen in beweging gebracht.Zie o.a. de (kritische) aantekening in V-N 2010/46.5 bij HR 17 september 2010, nr. 09/00332; R. Roerdink, ‘Vermogensetikettering woongedeelte woonwinkelpand’, WFR 2001/1490 en L.J.A. Pieterse, ‘Vermogensetikettering en keuzevrijheid’, NTFR 2011/1Beschouwingen 2011/1. De (on)verenigbaarheid met de arresten van 13 juli 2007 vormt daarbij het middelpunt van de discussie.A-G Niessen (conclusie 16 februari 2010, nr. 09/00332, NTFR 2010/772, V‑N 2010/18.17, onderdeel 5.5.) had zijn conclusie bij HR 17 september 2010, nr. 09/00332, NTFR 2010/2205, BNB 2011/3, gefundeerd op de arresten van 13 juli 2007, maar de Hoge Raad heeft diens conclusie desondanks niet overgenomen. In deze bijdrage wordt de wijze onderzocht waarop de etikettering van panden verloopt voor ondernemers in de inkomstenbelasting.