Aflevering 5

Sinds enkele jaren zijn er grote problemen op de huizenmarkt. Starters kunnen nauwelijks een huis kopen en daarvoor zijn diverse oorzaken. In het algemeen wordt hierbij geconcludeerd dat de oplossing gezocht moet worden in het feit dat vooral gebouwd moet worden gericht op specifieke doelgroepen op de juiste locaties.1 Duidelijk is in ieder geval dat door de schaarste de prijzen van woningen eerder stijgen dan dat ze dalen.2 In deze bijdrage ga ik in op de familiehypotheek. Regelmatig wordt bij de aankoop van woningen ondersteuning gezocht (en gekregen) binnen de familie middels een zogenoemde familiehypotheek (ook wel familiebank genoemd). Gezien de schaarste op de woningmarkt en de hoge prijzen kan een familiehypotheek een welkome mogelijkheid zijn om toch een woning te kunnen kopen.

Na het geweld van het hernieuwde Vastgoedbesluit1 en de Toelichting Tabel II2 dreigt het ogenschijnlijk minder impactvolle besluit over de berekeningswijze van het Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting 1968 (hierna: ‘BUA’)3 al snel naar de achtergrond te verdwijnen. Juist dit besluit kan een bijzonder impactvolle uitwerking hebben. In dit artikel nemen de auteurs u mee in de achtergrond en systematiek van het BUA; de bijzondere situatie wanneer het btw-tarief van de inkomende en uitgaande prestatie van elkaar verschillen en de uitwerking die zou hebben plaatsgevonden als Nederland geen ruimte had gehad om het BUA te implementeren in nationale btw-wetgeving. Voorts reiken de auteurs enkele praktische en theoretische oplossingen aan. Zij sluiten af met een conclusie over de houdbaarheid van het BUA.

In dit artikel wordt ingegaan op de wetswijzigingen die per 1 januari 2024 van kracht zijn geworden in de BES. Verder wordt het arrest van de Hoge Raad van 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1566, besproken.